Bedankt dat je mijn blog heb bezocht. Om de lezer nog beter op de hoogte te houden ga ik regelmatig een Nieuwsbrief verzenden. Aanmelden voor de Nieuwsbrief via johan.schoenmakers@gmail.com

vrijdag 30 oktober 2009

Driftwood - Rally Day



Heel verwarrend is het als je twee bands heb die Driftwood heten, maar zich ook profileren in de folkmuziek. Gelukkig is er een verschil in bandbezetting. Van deze Driftwood uit New York is weinig bekend. Dan Forsyth (gitaar,mandoline) Joe Kollar (gitaar/banjo,drums,keyboard, zang) Claire Byrne (fiddle en zang) Jon Doll (staande Bass) gaan op hun nieuwe cd "Rally Day" op een folky/ americana terug naar de basis. Incidenteel wordt de prettige en opstuwende melodieën begeleidt door de drums. Driftwood heeft 1 ding mee op deze schijf...ze hebben de kunst van het klein houden onder de knie.


Songs waar de banjo en fiddle domineren (Walking Into The Sun, Cigarette Addiction, Talking Walmart)wordt ervoor zorggedragen, dat ze niet op de voorgrond treden en de zang wegdringen. Tijdens deze liedjes komen vergelijkingen met o.a. the Avett Bros naar boven, maar net even wat minder overdreven enthousiast. De vijf bandleden weten alles uitstekend in proporties te leiden. Zo gaan prachtige folky nummers als Cold Iron, Just For Me en Annie gepaard met de akoestisch gitaar en/of mandoline. Drijvende liedjes, verpakt in een luciferdoosje..zo mooi summier en subtiel hoor je Driftwood op "Rally Day". Een unieke collectie van tien americana/roots nummers komen je tegemoet. Laat deze band ook niet, net zoals bij de Sumner Brothers, anderhalf jaar wachten voor de erkenning van hun kunsten.

donderdag 29 oktober 2009

Nancy Micciulla - The One To Shine



Het zit de uit Pennsylvanië afkomstige Nancy Micciulla duidelijk in het bloed. Haar vader was een getalenteerde pianist. Op jonge leeftijd neemt Nancy gitaarlessen. Achttien jaar is ze als ze haar eerst gitaar koopt. Al vlug begint ze met schrijven en speelt veelal in Pennsylvanië, New York en Baltimore. Als Micciulla haar strot opentrekt in het met percussie omgeven Passenger Seat horen we een zangeres met een multifunctionele stem. Soul/blues/rock/pop, je kan het niet zo gek opnoemen, of haar stem past er schitterend bij. Met vele bevriende muzikanten zoals Irene Molloy en Kyle Swartzwelder neemt ze haar debuutcd op, die garant staat voor eerlijke en gepassioneerde songs. Nancy komt met haar uiterst gevoelige, maar tevens krachtig en zuivere stem geloofwaardig over.

Akoestisch Folk/altcountry en rock passeren op "The One To Shine" veelvuldig de revue. I can really loose you now ...je kan het maar in je zak steken, maar als Micciulla dit tegen je zegt kan je beter zorgen dat je wegkomt. Ik kan veel zeggen over dit album, maar de twaalf zelfgeschreven liedjes staan als een huis die zelfs door een orkaan niet omver te krijgen is. Rauw en bijna op knieën biddend...het komt werkelijk uit haar tenen in een nummer als California. Nancy Micciulla..alleen op akoestische gitaar of achter de piano gezeten in de afsluitende ballads San Diego en Beneath My Skin...je wordt er stil van. Hier is een dame bezig, die zich durf bloot te geven in haar songs. "The One To Shine" is dan ook voor mij de beste female-cd tot dit moment!








Merrick Section - Merrick Section



Er hebben dit jaar vele onbekende lokale debuterende artiesten zich gepresenteerd. Het is nog steeds een komen en gaan van de muzikanten die om aandacht schreeuwen. Het uit Massachusetts afkomstige trio Merrick Section is er één van. De longtime bevriende gasten zijn Jim Walsh (drums, akoestisch gitaar, zang), Tom Doherty (akoestisch en elektrische gitaren, zang) en Jeff Burch (akoestisch/elektrische gitaren, zang). Power-songs (southern rock) worden afgewisseld met Americana (Jayhawks/Wilco) muziek. Als Merrick Section de elektrische gitaren laten snoeien in Another Invitation, Lucky Stars, Another Intervention en Mandalay zijn ze op hun best met aanstekelijke op de rockleest geschreven nummers. Wilco-achtige songs zijn ook op het debuut aanwezig: A Crested Wave, Hunter, Promises en You Can't. Wat ik ook van genoemde band vind, valt ook op bij deze liedjes. Het heeft wel iets, maar ze komen over alss vluchtig in elkaar gezette songs. Ze blijven niet hangen.


Incidentele bijdragen op o.a. keyboards zijn van producer Jim Fogarty. Zangeres Christine Andrews moet maar spoedig ingelijfd worden bij Merrick Section, want ze is de hulp in de huishouding op het uiterst krachtig, maar o zo mooie ballad Cross On The Highway. Éen van de vele hoogtepunten die deze afwisselende cd zich herbergt. De semi-akoestische Mary Maudlin en Northeast Ghost sluiten aangrijpend het debuut af, wat een trio muzikanten laat horen, die van wanten weten. Het mag allemaal iets scherper, smeriger. Dat is de vingerwijzing aan het adres van producer Jim Fogarty, die een mooi afgeronde sound heeft geproduceerd. Alleen, het mag iets minder vlekkeloos.





woensdag 28 oktober 2009

J.P. Whipple - Bible Milk



Je hoeft niet religieus te zijn om liedjes over Jesus te schrijven, mits ze een persoon niet overdreven tot eenzame hoogte gaan verheven, vindt J.P. Whipple. Ondanks het feit dat er op zijn nieuwe, iets toegankelijker, cd een drie-tal songs over Jesus gaan ( Bible Milk, Jesus in a Pancake en Paycheck Blues) zorgt er nog niet voor dat JP een fervent bezoeker van de kerk is. Integendeel, maar wat hij duidelijk wil maken is dat de bijbel of de Koran vaak TE letterlijk wordt geïnterpreteerd.

Dit is mijn eerste kennismaking met deze avonturist uit Illionis. Heel jammer dat ik deze cd nu pas tegenkom, want eind september is hij on tour geweest in nederland en belgie en dat had ik voor geen goud geld willen missen. Ooit als 14 jarige begonnen als punkrocker zijn er als je de nu 37 jarige John Whipple op Bibble Milk beluisterd, duidelijk verwantschappen met Bob Dylan, John Coltrane, Tom Waits en John Cooper Clark. Hij houdt er niet echt een regelmatige levensstijl aan over (verkast met de grote regelmaat van stad naar stad, van Shit Job naar een ander Shit job. John Park (J.P.), die veelvuldig op een aantal songs met de accordion in de weer is, speelt graag met woorden in zijn nummers.



Hij weet ons soms een politieke en dan weer een satirische boodschap mee te geven, maar...de heer Whipple dringt het niet ons niet nadrukkelijk op. Op "Bible Milk", waar hij wordt bijgestaan door een aantal gastmuzikanten, valt ook de aanwezigheid van niet-gebruikelijke instrumentarium op zoals de Gong, de Doumbek drum, (zingende?) zaag, bierflesjes, vuinisvaten en ghost piano. Op het eerste gehoor klinkt deze cd buitengewoon apart en ongrijpbaar, maar na meerdere luisterbeurten bespeur je inventiviteit en originaliteit op deze cd. Van Tom Waits gaat het naar Bob Dylan tot John Coltrane. Oftewel Paycheck Blues, Jesus in a pancake en Brave New World. John weet met zijn akoestische gitaar de ene keer folky liedjes en dan weer zigeunermuziek via zijn accordion te laten weerklinken. Hij slingert je van hot naar her. Tussen de songs door is er ruimte voor koegeluiden en praatjes met kinderen. J.P. Whipple sluit zijn uitzonderlijk interessant plaatje af met de vraag : How To Talk Politics at a party?. Tja, daar moet je toch deze cd voor beluisteren om het antwoord te horen.

Alternate Route - Cozumel Moon



Texas is the place to be als we de woorden van het Texastrio Alternate Route mogen geloven. Bestaande uit Steve Thrower, Davird Roork en Stand Davidson staat deze band voor orginele roots en americana muziek, gecombineerd met bluegrass invloeden. Al met al een prettig gegeven. In de studio van A & S Music heeft het trio met producer Caylan Daughrity in navolging op de in 2005 uitgebrachte debuutcd "Bait Shop Beauty" de opvolger "Cozumel Moon" opgenomen. Leadgitarist en vocalist David Roork is voor het leeuwendeel verantwoordelijk voor de aanwezige songs op de nieuwe cd en samen met Steve Thrower nemen zij de zang voor hun rekening. Twee vocalisten in een band geeft altijd wel een prettige afwisseling. Je zal op "Cozumel Moon" niet een spetterende elektrische gitaarsolo vinden, maar wel prachtig gezongen harmonieën.



De combinatie van Rhytmn gitaar en de mandoline leggen de basis in het titelnummer, een zonnig lied die geschreven is op een avond dat zij tijdens één van de vele trips op het Eiland Cozumel naar de zeer aanwezig zijde maan keken. Daar zit een liedje in, vond Thrower. Het nummer wordt gekenmerkt door het zeer mierzoete karakter en mooie samenzang. Wat hierna volgt is relaxte rockabilly (Over Easy, Islang Song en Vanilla Moon), Blues tot het bot in Hot Soccer en Keepin' the Brother down, maar de hoofdmoot is weggelegd voor de americana/carribean songs...Beer Dirty..Texas Hold Em en Draggin Up. Een Hawai-achtige sound ontwaar ik tijdens de beluistering van "Cozumel Moon". Nergens gaan de songs over de schreef. Normaliter zou ik mij aan het iets te brave karakter storen, maar door de zeer ingenieus geschreven liedjes en de perfect op de maatgesneden geproduceerd geheel klinkt deze cd als (Americana) muziek in de oren. Aan de binnenkant van de hoes worden we opgevrolijkt door een foto van het eiland Cozumel. Met de opgewekte carribean en mexiaanse muzikale klanken waan je als het ware op het eiland.

http://www.alternatert.com/
www.cdbaby.com/cd/AlternateRoute1

dinsdag 27 oktober 2009

The Literary Greats - Ocean, Meet The Valley



De Texas based rock-indie band The Literary Greats heeft onlangs haar tweede cd "Ocean, Meet The Valley" gereleased. Met behulp van producer Chris Crainger (bekend van het werken met o.a. Wilco en Otis Gibbs) hoor je op hun nieuwe cd een band, die teruggrijpt naar dark folk,(The Black Bee ) het semi akoestisch Show Me The coast en vrolijke country klinkende Hill Country Queen. Helaas is de band die zich Literary Greats noemt, minder goed in het schrijven van sterke melodielijnen. Dat ontbeert zich op "Ocean, Meets The Valley". Het jazzy-achtige Ocean Greats en de overige rock-indie songs blijven steken in half afgemaakte songs, zodat het album onder de middelmaat blijft hangen.

Jenna Torres - Thinking With My Heart



Uit New York City komt ze, rockchick Jenna Torres die met "Thinking with My Heart" haar tweede cd afleverd. Jenna beschikt over een uiterst prettig, soepel beluisterbare stem, die gelijkenissen vertoont met Lucinda Williams en met haar songwriting is tevens ook niets mis mee. Op haar cd krijgt ze hulp van een aantal gastmuzikanten, maar weet ze zelf menig akoestisch snaartje te roeren. Mis gaat het hier door middel van het gebruik van minimaal drie (!) producers. En dan heb ik het nog niet over het aantal producers voor de additional tracks. Ze wisselen elkaar af en hierdoor wordt Jenna's album een kleur- en gezichtsloos produkt.


Over het produktionele werk van Mark Marshall en Matt Keating niets dan lof, want zij zijn bij machte de countryrocker One Good Outlaw en de rustiek gezongen My Kiss en I Can't Kiss Me naar de hoogste toppen van de bergen te begeleiden. Met een M.O.R. aandoend geheel weet Nathan Rosenberg met een gelikte sound de boel om zeep te helpen wat heel tragisch is, want Jenna Torres heeft een prachtige rock stem en beschikt tevens over het vermogen sterke songs te kunnen schrijven. Helaas is ze gedeeltelijk gesneuveld in de produktionele hol van de leeuw. Met 6 uit 11 slaat de meter uiteindelijk net naar de positieve kant met het country rock/folk/pop getinte "Thinking With My Heart". Het had veel meer kunnen zijn.

http://www.jennasdreamworld.com



Jana Keeley - Trouble



Canada Rules The World Again, concludeer ik na het beluisteren van de debuutschijf van Jana Keeley"Trouble". Die titel slaat overigens niet op de inhoud van de cd, want dat is verre van "Trouble". Opgegroeid in Vancouver tussen een familie, die leeft tussen de beren en het "Wilde Westen, leert ze al snel de jagerskneepjes. Maar Jana maakt liever muziek. Tegen de tijd dat haar ouders dat door hebben is ze al drukdoende liedjes te schrijven. Met een EP in haar bagage trek ze de aandacht van menig concert promoter en zingt ze in de finale van een stierenvechters wedstrijd voor een 20.000 tellend publiek met haar rauwe stem, A Song For Glen, die Jana schreef naar aanleiding van het overlijden van een zeer naar hart liggend familielid. Dit gaat Keeley zo gemakkelijk af, dat ze binnen de kortste keren in de Baker Studio's staat, samen met producer Joby Baker.



Beiden verzorgen de complete instrumentarium (gitaren,drums). Tot het scherpst van de snede geproduceerde "Trouble",lekker semi-rockend in Turning Grey en Rock Creek, de vette bluesrock in This House zijn het de serene songs (The Prairie Song, Broken en The Fall), begeleid op akoestische gitaar, vertellend over haar familie, die het sterkst naar voren komen. Met een stem die een mix is van Melissa Etheridge en Sheryl Crow, heeft ze integenstelling tot de genoemde dames wel het vermogen zich uiterst kwetsbaar op te stellen en ballads om te toveren tot hartverscheurend gezongen Tearjeckers. "Trouble" laat een talentvolle, debuterende dame horen, die weet wat ze wil en haar cd is dan ook een bewogen, persoonlijk plaatje geworden, die lekker rauw tot het bot uit de speaker schalt.

zondag 25 oktober 2009

Heartstrings - In A Land Far Away That Is Fair



Twee dames in een band uit Saskatoon (Canada), die zich Heartstrings noemen, domineren het geheel in de positieve zin van het woord. Eliza Doyle (zang,banjo) en Melissa Nygren (gitaar, zang) hebben een uiterst verantwoordelijke taak. Elisa is de zangeres van de band, maar beide dames dragen afzonderlijk zorg voor de negen eigen liedjes op "In A Land Far Away That Is Far Away". Heartstrings - een band die bestaat uit Elisa Doyle die over een liefaandoendelijk prachtige stem beschikt. Aangevuld met de reeds genoemde Melissan NYgren (gitaar, zang), Joey Lorer (double bass,zang), Lucas Goets (pedal steel) en drummer Jody Weger is Heartstrings een band, die staat voor een Altcountry/Americana-sound met een vleugje Bluegrass.


Dit tweede album (in navolging van hun debuut uit 2007) bestaat tekstueel uit een cd met een Flying en Prairie Theme. De enige cover is tevens de opener: Amelia Earhart, origineel van Dave McEnery uit 1939. Geen onbekende voor Hank Snow die menig nummer van Dave heeft gecovered. De mix van banjo/pedaal steel/akoestische gitaar, incidentele toevoeging van de fiddle (Ryan Spracklin) en samen met de veelvuldig driestemmig gezongen mooie, prachtige semi uptempo-ballads vormen een wonderbaarlijk mooie basis. Onnodig om liedjes te noemen. Je moet deze cd ervaren en beluisteren om ook overtuigd te geraken over de uitzonderlijk onschatbare rijkdom aan Americana beauties, die op "In A land"... zijn vertegenwoordigd. Valt er dan helemaal niets negatief over deze cd te zeggen? Jawel...een behoorlijk minpunt is zeker dat je 14.97 dollar (bij CDBaby) moet betalen voor een cd, die krap 30 minuten met overigens uiterst prachtige enjoyable rootsmuziek bevat.

zaterdag 24 oktober 2009

Hey Negrita - Burn The Whole Place Down





Hey Negrita - Vijf muzikale heren uit London, die niet vies zijn van The Rolling Stones, getuige het feit dat de bandnaam één van de songtitels is van Black & Blue van de op leeftijd zijnde bejaarde rock 'n rollers. Drie cd's zijn er inmiddels van Hey Negrita gereleased, waarvan hun in 2008 uitgebrachte "You Can Kick" veel aandacht van de pers genoot. Een cd ook, waarmee de geoefende luisteraar nieuwsgierig werd gemaakt. Het Rootscombo maakt met hun mix van americana/country en blues uitermate aanstekelijke songs, waarbij je in vele gevallen niet stil kan blijven zitten.




Gedurende de tour doken de heren vliegenvlug een Londonse studio in om de feelin' van deze akoestische zetting vast te leggen. Vijf uur kregen ze hiervoor de tijd en zaak was het dan ook om zoveel nummers op de tape te krijgen. Gezeten in een cirkel met enkele microfoons voel je op "Burn the Whole Place"(A real live acoustic smoke out) de energie van hun optreden door de sessie heen. De band liet hun gedrevenheid en de akoestische gitaren, banjo, harmonica en ijzersterke songs het werk doen. Wat we te horen krijgen is de pure rauwheid die ook terug te vinden is tijdens hun shows. Het titelnummer van de cd "Burn the Whole Place Down", tevens het enige nieuwe liedje op de cd, knalt er lekker in en valt op door het pakkende, meeslepende ritme, refrein en harmonieën. Americana (Can't Walk Away, Kathmando, Lay me down) en blues (Room Service, Cold, Rope) en enkele altcountry songs als Nine To Five krijgen door het ongedwongen karakter in de studio, spelend en zingend zonder die irritante koptelefoons, opzwepende interpretaties van de op hun drie albums verschenen nummers. Nu het derde album van Hey Negrita "You Can Kick" veel belangstelling krijgt, had de band ook kunnen besluiten deze cd als bonus toe te voegen. Commercieel gezien, een uitstekende zet. Gelukkig is er besloten tot een aparte release. Alleen het afschuwelijke hoesje en de ontbrekende informatie over de akoestische sessie had beter gekund. Maar ja, we kunnen niet alles hebben!

http://www.youtube.com/watch?v=GeCqIU520us

www.myspace.com/heynegrita
www.hemifran.com

donderdag 22 oktober 2009

Kyle Aden - Hello Again Kind Stranger



Met de woorden van Scott Mckenzie's Are You Going to San Fransisco in gedachten houdend, zeg ik ja...zeker om een bezoekje te brengen aan Kyle Alden, die aldaar gevestigd is, wiens stem vergelijkingen vertoont met Ron Sexsmith, Neil Young en Thomas Denver Jonsson. Vanaf de jaren negentig treedt Kyle veelvuldig op met ierse muzikanten en levert hij vier cd's en een EP af. Zijn vijfde cd "Hello Again Kind Stranger" die aanvankelijk vorig jaar zou worden uitgebracht kwam in het gedrang, omdat Alden met een compleet nieuw ander album op de proppen kwam. De enige oplossing was het opschuiven van de releasedatum van dit album.



Samen met producer, bassist en pedaalsteel muzikant Robert Powell, drummer Paul Revelli en incidentele bijdragen van accordioniste Suzie Rothfield Liz Stires voor de background-vocalist verblijdt Kyle Alden ons met een elftal aan americana en folk-rock songs, die qua stijl aan Neil Young's Harvest lp doet denken. Bloedstollende liedjes met eveneens vlijmscherpe teksten in Wanted You too, Buckeye Song en How Long worden op een prettige manier afgewisseld met een tex-mex song en 1 van de vele hoogtepunten (Wedding Cake Smile) en een lekker fris deuntje wat niet uit je kop te branden is (Hollywood Sign). Kyle, solo op akoestisch gitaar in het aangenaam wegluisterende Pay No Mind laat tevens een veelzijdige zanger/muzikant zien. Het absolute hoogtepunt is de anthem Mockingbird Blues, een spannend, lazy song, die door de vele gitaarsolo's wederom raakvlakken met Neil Young's Words (van de lp "Harvest") vertoond. Een werkelijk mooi uitgebalanceerde cd heeft Kyle en zijn bevriende muzikanten met "Hello Again Kind Stranger" afgeleverd. Ook deze mag aanschuiven aan de tafel bij de topfavorieten!

MBird - Over The Bones



Megan Birdsall is een begenadigd singer-songwriter uit Kansas City, die zich veelal ophoudt met de Jazz music. Als Jazz-zangeres heeft Megan met grootheden als Mike Melvoin, Bobby Watson, Russ Long en Bob Bowman gewerkt. Na de release in 2007 van haar tweede cd "Little Jazz Bird" wordt er een zeldzame aandoening aan Birdsall's luchtwegen ontdekt, die met behulp van de KC Jazz Community die geld hebben gezameld voor dit goede doel, hieraan kon worden geholpen. Anders had ze voorgoed haar stem, maar misschien ook haar leven verloren. Herstellend van deze operatie nam ze door de tijd te "doden" haar akoestische gitaar ter hand. Het schrijven van de songs ging daarna vanzelf. Dit side-ways projekt heeft Megan Birdsall onder de naam Mbird uitgebracht, samen met co-producer Jack Sundrud (Poco) en muzikanten als Vince Gill, Carmen Mccae en een aantal locale mandoline en fiddlespelers.



Mbird laat op "Over The Bones" een dame horen, die herstellende en vechtende is met liedjes, die mooi in alle eenvoudigheid zijn. Folk en Jazz worden op deze tien nummers tellende cd met elkaar verweven. Prachtig geproduceerd klinken de songs, mede door de sombere muzikale bezetting. De kracht op "Over The Bones" is Megan's soepele manier van zingen. Met hier en daar een uitstapje naar de swing in Porch Swing en Train Song zijn het de luisterliedjes, de minieme muzikale omlijsting en Mbird zelf, die alle aandacht opeisen. Op een bewogen en emotionele wijze vertolkt ze de songs op deze cd, waar je werkelijk stil van wordt. Hoogtepunt is het afsluitende This Bridge, met een heus kerkorgel in de hoofdrol. Gelukkig voor ons is haar stem bewaard gebleven en kunnen we nog volop van haar gevoelige vibrerende zangcapaciteiten genieten.

woensdag 21 oktober 2009

Back Porch Boogie Band - Blue Moon Shine





Back Porch Boogie Band uit Texas heeft een behoorlijk verleden achter zich. Ruim dertig jaar is deze band met ups en downs bezig in de country-rock scene. Kerry Hunter, Roland Hall, Rodney Nicholson en Rick Hagler baren in de zeventiger jaren veel opzien met hun optredens, maar de band knalt uit elkaar. In de begin jaren tachtig wordt een poging gewaagd voor een reünie, maar dat draait al snel op niets uit. In 2008 werd het na veel wikken en wegen en knopen doorhakkend toch werkelijkheid...Back Porch Boogie Band was weer bij elkaar. Voor veel mensen een onbekende naam, maar als je hun tweede cd "Blue Moon Shine (in de zeventiger jaren heeft BPBB de lp Cranckin'up, plannen zijn er om deze te rereleasen) hoort zijn er direkt al herkenbare aanknopings punten van Poco tot aan de early Eagles. Deze texanen hebben ook een uiterst sterk punt: alle vier zijn het kanjers van zangers, met drummer Kerry Hunter en gitarist Roland Hall als voornaamste vocalisten. Producer Rick Mclaurin kwam tijdens het werken bij deze mannen zo in hun muziek, dat hij nu als nieuwe vijfde bandlid in hun midden is opgenomen. Als je als zanger (Kerry Hunter) ook nog beschikt over een stem die vergelijkingen vertoont met John Fogerty is het een feestje van herkenning op "Blue Moon Shine".
Met uiterst knappe melodielijnen geschreven nummers als The Timing ain't Right/ This ain't Kansas Toto/ Blue Moon Shine en Gypsy Blood en de perfekt in elkaar zittende harmonieën komt BPBB over als een Texaanse country band, waarvan we nu eindelijk een goede opvolger van de vroegere seventies bands hebben. Alles klopt op deze cd. Uptempo wordt afgewisseld met enkele zwijmelsongs zoals het tearjecker Remember Me die gedragen wordt door de prachtige harmonieën. "Geproduceerd" is "Blue Moon Shine" zeker niet. Mclaurin heeft gezorgd voor een rauwe mix, zodat de uitvoeringen niet gepaard gaan met bloedeloos, perfekt klinkende songs zoals The Eagles op hun laatstelijke uitspatting voor heeft gezorgd. En...het is niet alleen countryrock wat de klok slaat. Met twee afzonderlijke songsschrijvers wordt ook een willekeur aan genres ontwaard. Op het titelnummerzijn Gospel-achtige koortjes aanwezig, maar voert de countryblues de boventoon in liedjes als Louisiana Voodoo Queen en Sweet Misery. Met deze scherpte aan songs en gedrevenheid mag deze band nog wel een tijdje doorgaan. Heb ik altijd met weemoed gekeken naar bands als Poco en The Eagles...Back Porch Boogie Band heeft met "Blue Moon Shine" het country-rock vaandel overgenomen! Op de inside-cover foto bekijkt John Wayne het eens van een afstand. Ook hij heeft klaarblijkelijk gehoord dat het goed was.









Lainie Marsh - The Hills Will Cradle Thee


Emmylou Harris beschreef haar ooit als: "A cross between Laura Nyro and Rickie Lee Jones, with a bluegrass element lurking". Momenteel woonachtig in Nashville is Appalachian Folk artieste Lainie March geboren in Boston. Daar haar studie afmakend verruilt ze Boston in 1990 voor Nashville om aldaar met haar toenmalige band The Cool Miners o.a. op The Mountain Stage te mogen staan. Met producer Larry Jefferies en een reeks van lokale onbekende en bekende gastmuzikanten zoals Ketch Secor (Old Crow Medicine Show) Pedalsteel speler Bucky Baxter en Kent Goodson (George Jones) heeft Lainie voor ons een 11-tal songs geschreven, die een mix bevat van country, oldtimey, bluegrass en folk.



Op haar cd "The Hills Will Cradle Thee" wordt Folk en bluegrass samengebracht. Duidelijk herkenbaar is dat in de mooie opener Jalopy, Banjo Moon (Geïnspireerd door een Ricky Skaggs concert) en Dream of a Miner's Child. Een countrynummer als A ways To Go is op het lijf geschreven voor Emmylou Harris, zal zij ook gedacht hebben toen ze het nummer in 1993 het lied opnam voor haar cd "Cowgirl's Prayer". Een schitterend opgebouwd country/bluegrass song, zeker door de banjo, akoestische gitaar, mondharmonica instrumentarium. Heerlijk way back to the fifties gaan we in de lazy Misty Jumper (Lainie in de rol van een nachtclubzangeres) en de gospel song Elijah's Chariot vrolijkt de boel nog even op om vervolgens in een Rickie Lee Jones stijl met het titelnummer van de cd de deur van de studio achter haar dicht te doen. "The Hills Will Cradle Thee" is een mooi, rustiek geproduceerde cd, waar geen ruimte is gelaten voor veel opsmuk of tierelantijnen. Doordat de bluegrass mooi is verweven in de folk of country is deze schijf dan ook een uitstekende aangelegenheid voor mensen die niet zo op hebben met dit genre en eens een luisterrijke ervaring willen ondergaan met Lainie Marsch.

dinsdag 20 oktober 2009

Chad Price - Smile Sweet Face



Jon Snodgrass, mede vocalist van Drag The River, verraste vriend en vijand dit jaar al met diens solo album. Nu is die andere hoofdpersoon van DTR van de partij met een eigen schijf. Chad Price is de naam en zijn cd "Smile Sweet Face". Samen met Chris Fogal toog Chad naar de Black in Bluhm studios om tien akoestische tracks op te nemen. In alle pure schoonheid komen Price songwriting uitstekend tot zijn recht in deze akoestische, kale entourage. Zijn stem klinkt rauw en fel in nummers als Cursed, Your Voice Is Music en This War, maar Price zijn ingetogen kant komt naar voren in With Broken Hearts, Your Paralyzed Wings en de afsluiter Going Away. Rick Stef van de band Lucero verzorgd in de laatstgenoemde drie nummers op sublieme wijze voor een schitterende muzikale omlijsting door de prachtige accordion klanken. Menig traantje zal er weggepinkt worden bij Going Away. Zoals Chad Price het zelf zingt : You are my little star. Dat is de heer Price met zijn solo album "Smile Sweet Face" zeker voor ons. Oprecht en gemeend geeft hij zich compleet bloot aan de luisteraar in alle eenvoud, samen met zijn akoestische gitaar. Was ik al hilarisch over de solo cd van Jon Snodgrass maar met 30 minuten was zijn cd te kort, ondanks de toevoeging van dezelfde nummers in een demo-achtige versie. Met 38 minuten aan levenslust en pure kracht komt "Smile Sweet Face" hiermee door de test en het gebodene op het schijfje is zo van uitzonderlijk grote klasse, dat Chad Price trots hierop mag zijn. Wij zijn het zeker!


Jon Snodgrass en Chad Price zijn samen met Chris Wollard & the Ship Thieves op 18 december te zien en te horen in Winston, Warmoesstraat 123-129 in Amsterdam.
ttp://www.suburbanhomerecords.com

maandag 19 oktober 2009

The Flaming Lips versus Pink Floyd.



Of er mensen zijn die wakker liggen van het volgende nieuws weet ik niet....ik had het geenszins toen ik vanmorgen het bericht las dat The Flaming Lips op de cover-tour gaan...oftewel ze gaan op hun eigen wijze de Rockklassieker Dark Side Of The Moon van Pink Floyd coveren, bijgestaan door de band Stardeath and Whitedwarfs met gastbijdragen van Henry Rolins en Peaches. Waarschijnlijk zal de release alleen via Itunes te downloaden zijn.

Wrinckle Neck Mules - Let The Lead Fly



Als ik andere jaren DE cd van het jaar tegenkwam waar ik na het beluisteren zei: deze sluit ik diep in mijn hart, was ik ondanks de vele hoogtepunten van dit jaar, nog niet mijn ultieme nr. 1 van 2009 tegengekomen. Was, want direkt vanaf de eerste tonen van het Gram Parsons achtige Fortune Fades van Wrinckle Neck Mules op hun nieuwe album "Let The Lead Fly" houdt deze cd mij compleet in zijn ban met Gram Parsons, Flyin'Burrito Brothers, Bottle Rockets, Sons of Bill en Steve Earle als voornaamste muzikale invloeden.


Met deze door de uit Richmond afkomstige band zelfgeproduceerde cd vallen alle country, americana, folk, bluegrass en southern-rock ingrediënten op zijn plaats. Mede door de opgewarmde, sublieme harmonieën en de bovenal aanstekelijk, perfekt opbouwende altcountryliedjes weten de heren van Wrinckle Neck Mules geen moment de aandacht te verliezen met hun inmiddels vierde cd. Met klasbakken als het al genoemde Fortune Fades, One hand in the Furnace en Pleasure is the absence of Pain weet een liedje als Cracks and Seams door het opdrijvende karakter van de banjo de luisteraar behoorlijk op hol te krijgen. Door het afwisselend aspekt van "Let The Lead Fly", de ijzersterk geschreven songs, de lekker wegklinkende harmonieën, de combinatie van banjo, akoestische gitaar en pedaalsteel, het rauw geproduceerde geheel, maar bovenal door de intensiteit en warmte waarmee de vijf heren van Wrinckle Neck Mules de songs tot je laten komen, maakt van deze plaat eentje die mij niet los gaat laten.

Old Lost John - Faceless



Wat moet je denken als je een cd in handen krijgt van Old Lost John met een titel als "Faceless". Op de voorkant van de hoes bedekt hij zijn gezicht. Het is allemaal niet zo mysterieus als je denkt. Verderop lezen we in het hoesje dat we niet met één of andere bebaarde oudere John te maken hebben maar met Tomas Thunberg, die inmiddels een aantal ep's en cdr's heeft uitgebracht.


"Faceless" is thunberg's officiële folky debuut cd die kenmerkt door de eenvoudige, doch karaktervolle toonzetting van het geheel. Met een mysterieuze, stripped sfeer die de gehele cd uitademt kom je in de buurt van Willard Grant Conspiracy en Leonard Cohen. Ontdaan van alle opsmuk laat tomas op "Faceless" een uitermate broeierig en bloedstollend geheel horen. Zoals Tomas al zingt op Railway Car "make myself misunderstood", of in Nothing Good (don't get any closer), door zijn gevoel van spanningsopbouw creërt hij zijn eigen mystieke wereld, gecombineerd met de pomporgel, mandoline en akoestische gitaar. Tien nummers lang en incidentele bijdragen van o.a. Frida Eklund en Thomas Denver Jonsson houdt Tomas Thunberg met zijn Dark Folk op "Faceless" de luisteraar in zijn greep. Een cd zonder enig teken van verveling, waarvan ik geen moment naar het einde snakte. Éen opmerking wil ik wel plaatsen: deze verhalenverteller uit Zweden vertolkt zijn songs op een eigen welbespaakte manier, die misschien wel te herkenbaar zou worden op toekomstige releases.

zondag 18 oktober 2009

Heather Bristow - Hope On The Vine



Momenteel woonachtig in Gloucestershir, Engeland, maar opgegroeid in North Carolina zingt Heather Bristow al op vrij jonge leeftijd en schrijft ze tevens gedichten die veelal over haar eigen leven gaan: opgroeiend in een muzikale familie. Haar vader was tenor, maar door haar stiefvader wordt ze geïntroduceerd in de bluegrass muziek en zingt ze mee tijdens familie feestjes. Nadat Heather is afgestudeerd stapt ze een muziekwinkel binnen in Florida, waarna ze binnen de kortste keren buitenstaat met een fiddle. Inmiddels heeft Bristow met verscheidene Amerkaanse en Engelse bluegrass duo's en bands op het podium gestaan. Ze houdt van de muziek, het spelen en het zingen, met haar aparte zangstijl en stem die een mix is van klassiek, country, bluegras. Het is de wijze waarop Heather een liedje brengt en draagt dat je ieder woord wat ze zingt wel moet geloven.


Met haar drang tot zingen, spelen en songwriting kon een cd dan ook niet uitblijven. Samen met Juno award-winnaar Ben Winship en muzikanten zoals Mike Dowling, Jamie Drysdale, John Lowell en Ivan Rosenberg heeft Heather Bristow met "Hope On The Vine" een produkt neergezet die een muzikale reis beslaat van country, bluegrass en folk. Éen van de hoogtepunten van het album is het lied dat Bristow heeft geschreven op de dag dat het tien jaar geleden was, dat haar vader was overleden: Who's gonna tend your Grave? Begeleidt op akoestische gitaar, banjo en voorzien van hemelse achtergrondvocalen staat dit nummer aan je hart, tevens opgdragen aan ieders dierbaren.That Train won't run heeft een zwaarder onderwerp: Gebaseerd op een waar verhaal gaat dit lied over een zwaar beschonken vrouw die het leven niet meer ziet zitten. De titel zegt verder genoeg. Bloedmooie harmonieën dragen bij tot de kracht van Bristow's eerlijke bluesgrass, country en folkliedjes. Zeer gevoelig en emotioneel klinkt ze in de folksongs Fear of Drowning, Stargazing en de acapella The miner's tale. Tranentrekkend wordt het helemaal in het samen met John lowell gezongen Lonesome Lullaby. Als de laatste tonen wegebben van de vrolijke bluegrasssong Southern Storm komt Heather terug zonder instrument maar met haar schitterende stem somt ze kort een aantal anekdotes op en begeleidt ze het stuk met de daarbij behorende liedjes. Op "Hope On The Vine" van Heather Bristow die merendeels muzikaal is gebaseerd op de akoestische gitaar, banjo en fiddle is het de bluegrass met enkele toefjes folk die de boventoon vormen. Mooi, aangrijpend, maar bovenal lots of great time of listening!

zaterdag 17 oktober 2009

Ali Tadros - Things Worth Keeping



Ze beschikt over een warme, aangrijpende stem, die zich een stijl aangemeten heeft van soul tot folky. Aly Tadros laat Austin, Texas op haar zeventiende achter zich om in New York talen te gaan studeren en raakt geïnteresseerd in de politiek. Na jaren voor een congreslid gewerkt te hebben zet Aly de eerste stappen om zelf nummers te gaan schrijven. Met een akoestische gitaar in haar hand, een stel eigen songs en een genre dat gaat van folky tot flamenco geeft ze in het eerste jaar van het artiestenleven meer dan 200 shows. Duane Lundy (Ben Sollee, These United States, Vandaveer) is duidelijk bewogen na het horen van Tadros demo’s en besluit haar debuut te produceren. Samen met gitarist/keyboards Justin Graig, Robby Cosenza (percussie) en cellist Ben Sollee neemt Aly in de Shangri-la Studios in Lexington “Things Worth Keeping” op.
De sound wisselt van de zestiger jaren folk van Buffy Saint Marie tot aan complexe, jazzy, folky songs vermengd met een vleugje Flamenco. Producer Lundy heeft gezorgd voor een mooi kaal geluid, waar men afzonderlijk de instrumenten kan herkennen en niet zo’n volgestopt muur van instrumentarium. Justin Graid en Aly Tadros zijn beide met de fingerpickin en uiterst bewogen gitaarspel een hecht team, weet percussionist Cosenza een spetterend ritme door te voeren en is cellist Sollee uiterst gevoelig op een aantal momenten aanwezig. In folky-pop songs als Papermache/Linger en One More day is Aly op haar best, maar weet zich tevens de luisteraar aan zich te binden met een combinatie van folk en flamenco in Dressing Room en Keep Up. Ook het romantische jazzy-achtige Swingset laat duidelijk een zangeres horen, die oprecht is en een broeierig sfeertje weet te creëren op haar debuutcd “Things Worth Keeping”. Een cd van Aly Tadros, die het venijn en scherpte van haar stem bezit.



Brooklyn based Katie Mullins heeft een heel andere achtergrond dan menig folky zangeres. Zij verhuisde in 1999 naar Berlijn op zoek naar het grote onbekende. Met haar klassiek geschoolde stem gaat ze aanvankelijk voor de opera, maar formeert tevens een country band “Rose’s Shoulder” waarmee ze in menig donkerbruin cafe hun kunnen laten zien in Berlijn. Als Katie niet op het podium staat is ze bezig nieuwe liedjes aan het schrijven. Haar debuut cd “Pastoral” bevat nummers die in Berlijn en New York geschreven zijn. Een album die je niet direkt zal kunnen behappen, mede veroorzaakt door de aanwezigheid van niet dagelijkse instrumentarium zoals het Harmonium en de afrikaanse instrument: Mbira. Producer en instrumentalist Andrew Spencer Goldman en drumster Kristin Mueller zijn de hulp in de muzikale huishouding op “Pastoral”.Een album, die veel experimentele folk en een low-fi karakter bevat.
Producer Goldman haalt in een interview het volgende aan: “One of her songs, “Pastoral,” is one of the craziest and most awesome things I’ve ever heard, with vocal harmonies that wrap around themselves to the point of dizziness”. Het is bovenal de akoestische gitaar die de boventoon vormt, maar in nummers als het al genoemde Pastoral en Anthem zorgt de Mbira voor een psychedelisch tintje. Met haar schitterende zuivere stem, die haar opera verleden verraadt weet Mullins de gehele dertig minuten en negen songs de spanning op te bouwen en vast te houden. Alleen in de Springsteen cover I’m on Fire staat Katie’s geloofwaardigheid ter discussie , zingend met haar diepsombere stem, dat ze in vuur en vlam staat voor haar geliefde. De vurige klanken van de elektrische gitaar redt onverhoopt de uitvoering. Met behulp van accordionist Paul Hogan sluit Katie Mullins met Travelling Song dit wereldvreemde, maar zeker een bijzonder en interessant debuut af. Het ontwerp van de hoes komt van Ryan Feerer, die luisterend naar haar nummers zich liet inspireren tot een barok-achtige stijl.
http://www.myspace.com/kateemullins