Bedankt dat je mijn blog heb bezocht. Om de lezer nog beter op de hoogte te houden ga ik regelmatig een Nieuwsbrief verzenden. Aanmelden voor de Nieuwsbrief via johan.schoenmakers@gmail.com

zondag 14 februari 2010

Cade & the Taliesins - The Spiral



What if I really was Bob Dylan I would rather write new songs every day” zingt Cade Johnson ons tegemoet op zijn debuut cd. Als Cade and The Taliesins worden elf nummers in verschillende huiskamers opgenomen. Cade combineert op de cd "The Spiral" het folkgenre met avant-gardemuziek. Samen met Jeff Minter (elektrische gitaar en zang), Thermand day (basgitaar en zang), Rylan Marshall (drums), Brandon Philipsen (Djembe) en Gina Koch (achtergrondzang) brengt de heer Johnson ons een variatie aan folky, ambiente en avant-garde liedjes. Ze worden soms opgefrist door synthesizerklanken.
Soundscapes, waarin melancholie en milde abstractie de boventoon voeren. Het is gemakkelijk om de stem van Cade te vergelijken met Nick Drake, maar vaak is het terecht. "The Spiral" van Cade & The Taliesins is van onaardse schoonheid, die zonder de nodige clichés uiterst fraai en interessant klinkt.







zaterdag 13 februari 2010

Tim O'Connell - It's My Song, Dammit!



Tim O’Connell is negentien jaar als hij besmet raakt met het schrijversvirus. Als hij tien jaar later het nummer A Singer Of Songs componeert verdwijnt het in eerste instantie in de vergetelheid. Johnny Cash ontdekt het in de archieven en neemt het samen met producer Rick Rubin op. Zowel Cash als Rubin zijn zwaar onder indruk van het nummer, maar weten niet wie de componist is. A Singer of Songs verschijnt pas in 2005 na de dood van Johnny Cash op de Boxset Unearthed. Het liedje wordt door de pers bejubeld en aan Cash toegeschreven. Als het nummer wordt gezien als essentieel voor het repertoire van Johnny Cash begint de eigenlijke componist zijn mondje te roeren. En...Tim O’Connell brengt samen met in Nashville gevestigde muzikanten, een solo-cd op de markt met de titel "It's My Song Dammit". De reden van deze titel is wel duidelijk!
Tim O'Connell laat op het album een indrukwekkende reeks aan americanaliedjes horen. Vanaf de eerste klanken van het Johnny Cash-achtige Without You grijpen Connells liedjes je naar de strot. Bedwelmende muziek die naar je hoofd stijgt. Het album bevat onder meer akoestische liefdesliedjes als This must be love en het duet met Jill Walsh in Talkin 'about love. Het bluesy Little Radio met een raakvlak naar John Lee Hookers Boom Boom, een zinderende gospelsong met medewerking van The Voices of Praise Gospel Choir (That's Righteous Road) en een handvol prachtige americananummers complementeren het album. Tim weet een enorme spanning in de nummers weer te geven en ook vast te houden. De cd It's my song Dammit! zal je keer op keer een enorme kick geven.

www.cdbaby.com/cd/TimOConnell
www.tallmanrecords.com
www.tallmanrecords.com




vrijdag 12 februari 2010

The Dave-Bruce Alliance - Jersey to California




Dave Nachmanoff groeit op in de zestiger jaren in Californië. Hij studeert af aan de universiteit in muziek en filosofie. Na zijn afstuderen gaat hij zich op de muziek richten. Dr. Dave, zoals hij wordt genoemd, brengt zijn eerste solo-album uit in 1997; Candy Shower, direct gevolgd door een live-cd Snapshots. Dave heeft een groep fanatieke fans voor zich gewonnen en treedt regelmatig in Amerika op. Als begeleidend gitarist is hij vorig jaar samen met Al Stewart in Europa op tournee geweest. Dave componeert tevens op verzoek liedjes voor speciale aangelegenheden. De uit New Jersey afkomstige Bruce Kalter, die Nachmanoff live aan het werk had gezien raakte onder de indruk. Via het custom song system stuurde hij een songtekst naar Dave, die er muziek voor componeerde. Beiden werden zo enthousiast, dat een samenwerking ontstond.
(Bruce Kalter) (Dave Nachmanoff)
Het resultaat ligt hier voor mij met de titel "Jersey to California" van The Dave-Bruce Alliance. De teksten zijn van Bruce Kalter. De muziek is verzorgd door Dave Nachmanoff. Oftewel de nieuwe Bernie Taupin en Elton John. De folk-rock-pop liedjes zijn prettig om naar te luisteren en liggen lekker in het gehoor. Flower Box, 57 Belverde en Mr. Norple doen je verlangen naar zon, zee en strand. Op "Jersey To California" staan songs, die associaties oproepen met Al Stewart en Tom Petty of met recent uitgebrachte platen van Tony Gilkyson en Patrick Bloom. Het album bevat ook minder creatieve nummers zoals het Carribische Papaya Girl en Cheap Condos On Mars. De grootste tranentrekker en bloedmooie ballad is Summer Eyes. Een liedje vol pure romantiek en een breekbare sfeer, die nog meer spanning had opgeroepen met echte violen. Muziek is voor velen een belangrijk ingrediënt. Als het goed wordt uitgevoerd, zoals op "Jersey To California", nuttigen wij het met groot plezier.
Je houd aan deze plaat van The Dave-Bruce Alliance een goed gevoel over. Muziek die je raakt in je ingewanden waar je intellectuele verdedigingsmechanismen geen controle over heeft.

www.youtube.com/watch?v=4ZspL9SK58o

www.cdbaby.com/cd/dballiance
www.myspace.com/davenach








donderdag 11 februari 2010

Yardsale - Knock Alley West



Yardsale is een achtkoppige band uit Louisville. Onlangs werd de eerste volledige cd ("Knock Alley West") uitgebracht. Bij beluistering van de cd valt direct de herkenbaarheid van de muziek op. De opener Until I can’t remember laat een zanger (Kirk Kiefer) horen met invloeden van Mick Jagger en Lou Reed. De climax van het liedje wordt bereikt als de Huckleberry Horns komen opdraven. Deze hornsectie bestaat uit Elmer White en Melanie Dillman. Het is één en al energie die deze band uitstraalt. Tussen de herkenbare Stones, Black Crowes en Byrds klanken laat men ons op adem komen met Lost My Minds, het akoestische Reflection en Slowmotion. Liedjes waar de stem en de akoestisch en elektrische gitaar samen smelten tot erg mooie rockballads.
"Knock Alley West" valt tevens op door de variatie aan songs, die door de band bijeen zijn gebracht. Naast de altcountry en rocksongs is ook het honky-tonk genre vertegenwoordigd in de ode aan Emmelou Harris Dream of Amerillo. Het nummer Mississipi Flooding heeft op de plaat een metamorfose doorgemaakt. Op het podium is het een bluesrocker van uitzonderlijke klasse. Op Knock Alley West heeft Yardsale gekozen voor een fris melodietje met schitterende samenzang van Ellen Cherry. Er valt over "Knock Alley West" veel te vertellen, maar ik denk dat je er zelf maar eens naar moet luisteren. Liedjes met een pakkend refrein waar de melancholie snel is bereikt. De plaat barst van de invloeden uit de jaren zestig en zeventig. De band leunt er dan ongegeneerd op. En mag het, eenvoud in de muziek is waarschijnlijk het mooiste wat er is. Een heerlijke aanrader, deze "Knock Alley West" van Yardsale

www.cdbaby.com/cd/Yardsale2




woensdag 10 februari 2010

Chris Carey - Sunset Moon



Chris Carey is net uit de luiers of hij zocht in huis alles op waarmee hij kon drummen. Ondanks verwoede pogingen van zijn moeder om hem piano te leren spelen pakt chris op elfjarige leeftijd toch de drumstokjes op. Tegenwoordig is hij drummer bij de formatie Railbird. Hij wordt in 2008 geínspireerd door Neil Young, Bob Dylan, Willie Nelson en Johnny Cash om zelf liedjes te schrijven en uit te voeren. Dat resulteert in het solo-debuut "Sunset Moon. Op deze "cd speelt Carey op de akoestische- en elektrische gitaar, mondharmonica en uiteraard de drums. Muzikaal wordt hij ondersteund door Tony Markelis(basgitaar), Kevin Maul (dobro en pedal steel), Tim Wechgelaer (viool en mandeolin) en Sarah pedinotti (achtergrondzang en tevens zangeres bij de band Railbird). Bij beluistering van "Sunset Moon valt mij op, dat de muziek van Chris Carey blijft hangen en mij diep weet te raken.
De cd bevat tien semi-akoestische altcountry en americana pareltjes, zoals het prachtige ingetogen gezongen Travelling Song. Een nummer dat zeker niet zou hebben misstaan op de lp Harvest van Neil Young. Op subtiele wijze zingt hij over een ruwe zeeman, die zijn thuis mist in Angels & Sailors. Dit liedje wordt weemoediger door het prachtige vioolspel van TimWechgelaer. "Sunset Moon" bezit tevens een aantal songs, die van mij airplay verdienen.Feelin Good en Nothin' on my mind zouden zo door Chris de charts in worden gezongen. Carey durft tevens zijn grenzen te verleggen in het bluessy Freewheelin. A Rose is van uitzonderlijke klasse, mede door een schitterend duet met Sarah Pedinotti. Chris Carey bewijst op zijn solo-cd, dat hij een uitstekend zanger en liedjesschrijver is. De melodieuze nummers worden in vele gevallen ingeleidt door Careys mondharmonicaspel.De combinatie van melancholische en meedogenloos klinkende composities zullen zeker in de smaak vallen bij folk, americana en altcountryliefhebbers. "Sunset Moon" is een plaat die onopvallend om je aandacht bedelt. Een warm album, die je tegen je aan zal drukken.





dinsdag 9 februari 2010

Yankee Network - Yankee Network


De vier heren van Yankee Network hebben hun naam ontleend aan de eerste FM radiostation in Amerika. De band bestaat uit Brook Cumor (zang,akoestisch en elektrische gitaar, mondharmonica), Scot Mclain (drums), Cammerson Miller (zang, akoestisch en elektrisch gitaar, mandoline, lapsteel) en Brien Sumna (basgitaar).
De debuut-cd van Yankee Network bevat een assortiment aan aanstekelijke songs.
Lekkere ongepolijste semi-akoestische altcountry en rootsrock van een band, die regelrecht bruist van de energie.

Brooks stem toont een duidelijke gelijkenis met iemand als Dan Baird. Luister maar eens naar een nummer als Porch Fell Down om je te overtuigen. Nowhere To Go doet je denken aan een akoestische variant van de Drive-by Truckers. Back to the roots en dan kom je natuurlijk uit bij onder meer Jayhawks, Uncle Tupelo, Ol'97, Yayhoos en Sons of Bill. De twaalf overheerlijke, door rauw gitaargeluid aangedreven, nummers doet je denken aan de tijd dat muziek nog gemaakt werd door mensen van vlees en bloed. De liedjes op het debuutplaatje worden zeker niet verkracht door allerlei technische trukjes in de studio. De vier heren rocken als een trein, die plezier hoog in het vaandel hebben staan. Kortom: die vier gasten van Yankee Network uit Baltimore laten ons op dit album zowel pakkende gitaarliedjes, venijnige altcountry en een enkel rock 'n billy nummer horen. Er wordt op deze cd veertig minuten lang een feestje gebouwd, die je vanaf de eerste klanken uit je bol laat gaan.

www.yankeenetwork.net




maandag 8 februari 2010

Adrian St. John - West



Als Adrian St. John als Indiaanse jonge vrouw op achtienjarige leeftijd naar Californië vertrekt gaat het mis. Liefde, geld- en drankproblemen zijn schering en inslag. De ommezwaai komt bij het beluisteren van "Blue" van Joni Mitchell. De liedjes op deze plaat hebben zoveel impact op de folkrockzangeres, dat zij haar hoofd weer boven water weet te houden. Ze put kracht uit de liedjes van Joni. Er zit uiteindelijk tien jaar tussen haar eerst geschreven liedje en de opname voor haar debuutcd. Het bijeengeschraapte geld was voor de Indiaanse genoeg om een cd op te nemen. “West” is een plaat, die ze met behulp van een aantal gastmuzikanten heeft opgenomen. Jen Swartz (drums), Ben Fordham (viool), M.P. Thomas (basgitaar) en jordan shapiro (gitaar en pedaalsteel) stonden Adrian st. john bij tijdens de opnames van haar debuut-cd.
Ze is gezegend met een stem vol liefde, passie en gevoel. "West" is een cd met Ierse (door de zeer aanwezige viool) en Indiaanse invloeden. Ze brengt muziek met een rijke melodie, warme klanken en een krachtige boodschap met betrekking tot haar familie. De ritmische aanstekelijke countryfolk en rockliedjes doen je meeneuriën en brengen een ‘glimlach’ in je oren. Muziek die een rotsvast geloof uitdrukt in de manier waarop de liefde en het leven kunnen leiden tot onze beste kant. Adrian St. John heeft haar naam bij mij definitief op de kaart gezet. “West” is een meeslepende cd, die vol enthousiasme wordt gebracht.

www.adrianstjohn.com




zondag 7 februari 2010

Austin Collins & The Rainbirds - Wrong Control



Binnenkort wordt het langverwachte nieuwe album uitgebracht van Austin Collins & The Rainbird. De voorganger "Roses are Red" kreeg vele positieve reacties van de schrijvende pers. De in 2008 uitgebrachte plaat bestond uit aan Slobberbone en Son Volt verwante altcountrymuziek. Voor de cd "Wrong Control", die op twee maart op de markt zal verschijnen, is wederom gekozen voor producer Will Johnson. Austin wordt op de nieuwe schijf bijgestaan door Dylan Mcdougall (leadgitaar) en Craig Bagby (drummer). "Wrong Control" klinkt steviger dan Something Better (2005) en Roses are Red (2008). Will Johnson stuurt de heren uit Texas op dit album de richting van de stevige rock, gecombineerd met flarden americana en altcountry.
De rock en popnummers Island, Frailer Ground en Just The Same zijn weliswaar zwaar verteerbaar, maar klinken als een klok. Toch moet mij van het hart dat Austin, Dylan en Craig herkenbaarder klinken in het semi-akoestische altcountryliedje Care. Het afsluitende Centromatic-achtige Centerpiece is spannend en broeierig tegelijk. Hiermee ligt tevens het zwaartepunt van "Wrong Control". De lekker in het gehoorklinkende rootsy liedjes van "Roses are Red" hebben op dit album plaats moeten maken voor te sterk aangezette elektrische gitaarklanken. De merendeels door Collins zelfgeschreven liedjes zijn prettig naar te luisteren. Het is de productie van Will Johnson, die mij dit album niet laat overtuigen.

vrijdag 5 februari 2010

Kasey Anderson - Nowhere Nights


Als de klanken wegebben van de fameuze easyrockende song Real Gone, live ingespeeld met fel smerig gitaarwerk met de rauwe zang van Kasey Anderson word ik stil. Waarom wordt deze sfeer niet op de gehele cd gecreërd door producer Eric 'Roscoe' Ambel? Het nieuwe album "Nowhere Nights" van de inmiddels negentwintigjarige Kasey Anderson staat vol broeierige, somber en ingetogen liedjes als Bellantum Blues, Home en From Now On. De herkenbare sound van de Drive-by Truckers, Tom Petty en Dan Baird viert hoogtij in vrolijke radiovriendelijke rootsliedjes als All Lit Up, Torn Apart en Nowhere Nights.
Eric Ambels touringband begeleidt Kasey Anderson op deze nieuwe plaat. Gitarist Dan Lowinger, bassist Bo Stewart, drummer Julian MacDonough en keyboardspeler Lewi Longmire laten in vele gevallen geen ruimte voor subtiliteit. "Nowhere Nights" bestaat zeker uit een mooie collectie aan liedjes. Teksten over hoop, liefde, twijfel en spijt worden op karakteristieke wijze gebracht met de hese keelklanken van Kasey Anderson en de ongemeen vurige gitaarpartijen van Dan Lowinger. Het album biedt alleen te weinig variatie aan ballads en uptempo-songs om uit te groeien tot een boeiend geheel. De te duidelijk aanwezige vinger in de pap van producer Eric Ambel wordt tijdens de beluistering ook een storend factor. "Nowhere Nights": interessant, meeslepend en iets te eentonig.

www.youtube.com/watch?v=2uDKNZ40nmM&feature=youtu.be

http://www.kaseyanderson.com/




donderdag 4 februari 2010

Adam Carroll & Michael O'Connor - Hard Times


Wie graag luistert naar akoestische liedjes in de pure vorm zal zeker gaan genieten van de cd "Hard Times" van de Texaanse singer-songwriters Adam Carroll & Michael O’Connor. Adam is bekend van onder meer de cd's "Far Way Blues" (2005) en "Old Town Rock ’n Roll" (2008). Hij heeft in het verleden opgetreden met zijn goede vriend Scrappy Jud Newcomb en Beaver Nelson. Michael treedt vaak op als begeleider van songwriter Slaid Cleaves. Het duo Adam Carroll & Michael O’Connor heeft met de cd "Hard Times" een plaat gemaakt met prachtige nummers. Beetje bluesy, soms wat folk en americana. Het tweetal begeleiden elkaar uitstekend op de akoestische gitaar. De humorvolle teksten ( 'the parkingmeter has done his time' of 'I’m tired of myself') en prachtige liedjes zijn van eigen hand. Ze worden uitermate integer uitgevoerd op dit album. Daarbij krijgen ze hulp van David Caroll (staande bas) en Gabe Rodes (gitaar,piano, ukelele).
Met zijn in bourbon doordrenkte rauwe stem geeft O’Connor dat extra scherpe randje mee, waardoor de tien liedjes niet zoetsappig gaan klinken. Carroll heeft een karakteristieke songwriterstijl met een raakvlak naar Grayson Capps. Beide singer-songwriters schromen niet om elkaars liedjes te vertolken. Het moet gezegd, muzikaal klikt het uitstekend tussen de twee zangers. "Hard Times" is zeker weggelegd voor liefhebbers van muziek van John Prine en Todd Snider. Goede wijn behoeft geen krans. De luisteraar moet de uiterst vakkundige gebrachte liedjes maar voor zich laten spreken. "Hard Times" laat zich maar moeilijk uit de cd-speler verdrijven. Een pracht plaat vol met doorleefde vertolkingen van twee Texanen.

www.myspace.com/adamcarrollmusic

woensdag 3 februari 2010

Inky Glass - Miss Fit



Een talent is ze zeker, zangeres Inky Glass uit de Bronx, New York. Ze laat namelijk met haar debuut-cd Miss Fit een enorme indruk achter. Haar stem vertoont overeenkomsten met de legendarische Nico en de voor vele onbekende Franse zangeres Hermine Demoriane. Hermine overdonderde mij in 1984 met haar debuut-ep World on my Plates. Je hoort op deze cd acht melodisch, soms klagere blues en folkliedjes met duidelijke beïnvloeden van Janis Joplin, Patti Smith, Billie Holiday en Tom Waits. De sfeer die op deze studio-cd hangt is die van een open-mic avond in een klein cafe. Soms klinkt Inky Glass (echte naam Heidi Kohlman) als een ontembare hyena (Roses), maar uiterst duister in Cortar De La Venas ('six more miles to your suicide').
Ze zingt op een manier die het binnenste van het menselijke brein heftig in beroering brengt. Vijfentwintig minuten lang is de zangeres ingetogen en dan weer rauw en furieus met onder meer teksten over de wijk Harlem en het overlijden van haar dierbare vriend. Ondanks dat de acht liedjes soms lastig en heftig gepassioneerd klinken weet Inky Glass de muzikale boog tot aan het eind gespannen te houden.

www.youtube.com/watch?v=-v6rEn49VjA&feature=related

www.cdbaby.com/cd/InkyGlass1
http://www.inkyglass.com/




dinsdag 2 februari 2010

Robin Roberts & Billie Preston - Pay-Day Motors



Singer-songwriter en banjospeler Robin Roberts en folkzangeres Billie Preston zijn afkomstig uit Wichita, Kansas. Ze zijn afzonderlijk van elkaar tientallen jaren aktief in de folkscene. Het tweetal heeft de krachten gebundeld op de cd "Pay-Day Motors". Samen met gastmuzikanten Scott Piper (viool) en Kirk Sorensen (mondharmonica) krijgen wij vijftien ingetogen, bijna breekbare maar daardoor aangrijpend mooie nummers te horen in het folk en bluesgenre. Alle liedjes hebben een laid-back karakter, alsof je met zijn allen rond het kampvuur zit.
De intieme en melancholische nummers worden een uur lang op fingerpickin’ wijze gebracht op akoestische gitaar en banjo. De weemoedige liedjes zijn subliem en weten ondanks dat ze net boven een wandeltempo uitstijgen toch volop te boeien. Dit wordt mede veroorzaakt door de bedwelmende zangprestatie van Billie Preston. Het duo valt tevens op door de fraaie harmonieuze samenzang. Pay Day Motors is een sfeervolle en gevoelige newfolkplaat,die teruggrijpt naar de wortels van de Amerikaanse folk en countryblues.

zondag 31 januari 2010

Howard Gladstone - Roots and Rain



Muziek heeft voor mij te maken met emoties. Een liedje moet in staat zijn om de luisteraar in hart en ziel te raken. Een intens gevoel die je er aan overhoud als de muziek is afgelopen. "Roots and Rain" van de Canadees singer-songwriter Howard Gladstone is wat dat betreft helemaal in orde. Net zoals bij de vorige drie cd’s "Sunflowers Light The Room" (2002), "Candles On The River" (2005) en "The Breath In The Wind" (2007) blinkt de nieuwe cd uit door een subtiele, relaxte sfeer. Op de nieuwe cd heeft de singer-songwriter uit Toronto samengewerkt met een reeks muzikale vrienden.. De basis blijft toch de fluwelen stem van Gladstone en zijn akoestische gitaar. De geïnspireerde songwriter hecht evenzeer belang aan de songteksten als aan de muziek.
De thema’s eenzaamheid, liefde, exotische oorden en het opboksen tegen een harde en gemene wereld komen onder meer aan bod in de melancholische en warme liedjes als Tammy, Sweet Lies, Fall So deep en Kauai Night. Doordat het album geen overtollige instrumentatie bevat gaat alle aandacht naar die heerlijke stem van Howard Gladstone. De sfeer, die de begeleiders Robin Pirson (drums) Chris Robinson (saxofoon en klarinet), Shelley Coopersmith (viool en sitar) Kevin Zarnett (basgitaar), Denis Keldie (accordeon) en Tony Quarrington (akoestische- en elektrische gitaar) creëren, versterkt het dromerige karakter van deze plaat. Bij de beluistering van de introspectieve singer-songwriter- en americanaliedjes op "Roots and Rain" krijg ik een fijn gevoel. Een prachtige cd die mij niet snel zal vervelen.











Little Birdie - I Left The City Burning



De Canadese Orit Shirmoni is een zangeres met een uiterst krachtige soulstem. Zij vormt samen met gitarist Andre Kirchoff in 2004 het duo Little Birdie. Het debuut "Cinematic Way" (2006) met een akoestisch en elektrische sound was geproduceerd door Mark Goodwin. Voor het tweede album "I Left The City Burning" heeft Orit inspiratie opgedaan in Berlijn, waar ze een aantal maanden verbleef, optrad en het album schreef. Shirmoni en Kirchoff zijn op het nieuwe album dicht bij de sound van de live-optredens gebleven, dit op verzoek van de vele fans. Het lijkt bijna of het duo in je huiskamer zit te spelen. Orit en Andre klinken op deze nieuwe schijf als een eenheid. Al meteen bij het geweldige mooie titelnummer creërt het folkduo een landelijke dromerige sfeer. Op het album staan mooie intieme liedjes met eenvoudig gehouden arrangementen.
De songs worden gespeeld in een bezetting van zang, akoestisch- en elektrische gitaar, accordeon, lap-steel of een opzwepende mondharmonica zoals in het bluesy Tears Of Laura- Mae. De elf composities (tien van Orit, één van Andre) op de cd "I Left The City Burning" zijn aanstekelijk en pakkend, maar tevens van pure schoonheid. Ik krijg er een vertrouwd gevoel bij. Vooral door de warme en melancholische stemmen vallen de nummers meteen op. Muziek die soms ook heel breekbaar kan klinken waar het kippenvel centimeters dik op je huid gaat zitten. Bijna vijfendertig minuten lang hoor ik een plaat die mij betovert door de poetische, spannende, maar vooral mooie songs.

Momenteel is Orit Shimoni terug in Duitsland voor optredens. Tevens schrijft ze liedjes voor een nieuwe plaat.

Zaaleigenaren die Orit Shimoni willen boeken voor een akoestisch optreden in Nederland in maart of april kunnen een email met als onderwerp “Little Birdie” sturen naar: altcountryforum@gmail.com

http://www.cdbaby.com/cd/littlebirdie2

zaterdag 30 januari 2010

Jonathan Burks - Loudmouth Soup




Of je het nu folk-punk noemt of de ideale combinatie tussen party music en country, dat doet er niet toe. Op "Loudmouth Soup" van Jonathan Burks uit Milwaukee fluistert, murmelt, schreeuwt en krijst hij zijn twaalf songs samen met een gedreven begeleidingsband. Jonathan klinkt op de vlotte en intrigerende liedjes meer als een ladderzatte zanger dan een brave Hendrik. Rauw, gebarsten vol smerige rock ’n roll, folk en punk. De bandleden Joe Pescio, Luther Paul, Nick Westfahl en Dan Boyle zorgen voor een bloeddorstig, vervaarlijk en soms ingetogen sound. Uiterst ontwapenend zijn nummers als Fancy Hobo, It’s On en I’m Drunk.
De nieuwe plaat bevat naast vrolijke drankliedjes met een hoofdrol voor de honky-tonk piano ook ingetogen, diepzinnige nummers. Wat mij tevens opvalt is de monotone zang van Jonathan Burks. Het doet mij vaak denken aan onder meer Lou Reed, Jonathan Richman en John Cooper Clark . Met een titel ("Loudmouth Soup") die refereert naar een biertje zijn de dirty drinkin’ songs op het nieuwe album een prettige belevenis om naar te luisteren, uiteraard met de nodige drank bij de hand.






vrijdag 29 januari 2010

Danny & The Champions Of The World - Streets Of Our Time



Met de altcountryband Grand Drive brengt Danny George Wilson vijf cd’s op de muzikale markt. In 2005 verschijnt zijn solo-cd "The Famous Mad Mile". Een jaar later richt hij de band Danny & The Champions Of The World op. Een naam, die ontleend is aan een titel van een kinderboek uit 1975 van Roald Dahl. De cd "Streets Of Our Time" is de opvolger van het naamloze debuut uit 2008. De nieuwe plaat bevat een ongemeen spannende samensmelting tussen country, bluegrass, folk en rock’n roll. Wat deze heren en dame gemeen hebben is een tomeloos enthousiasme en een grote beheersing van de instrumenten. Dat Danny George wilson een uitstekend songschrijver is laat hij ons horen op dit album.
Magistrale en meeslepende nummers met een warme en fijne sound, die zo sterk in elkaar zitten dat ze met een bepaalde nonchalanche worden uitgevoerd. Ongepolijst, brutaal met mooie samenzang. De liedjes vertonen raakvlakken met onder meer The Avett Brothers, Gene Clark, Gram Parsons en Bruce Springsteen. Door de toevoeging van de banjo en pedal steel heeft Streets Of Our Time het country-gevoel meegekregen. Deze twee cd van Danny & The Champions of the World is een prettige plaat om naar te luisteren met melodieuze en pakkende liedjes. Je hoort overduidelijk een prima stel muzikanten, die plezier hebben in het maken van muziek.

woensdag 27 januari 2010

Drive-by Truckers - The Big To-Do



Lovend waren de meeste recensenten over het zevende studio album "Brighter than Creation’s Dark" van de altcountry- en southernrockband The Drive-by Truckers uit Athens,Georgia. Het was een plaat die het bekende geluid van de band combineerde met countryklanken. Zo positief als de pers over deze plaat uit 2008 was, zo kritisch gestemd waren de fans. Zij misten de befaamde southern rock van de groep. Zanger en gitarist Patterson Hood beloofde met klem een nieuwe cd met een ouderwetse rocksound. Op zestien maart wordt het langverwachte album uitgebracht. Het is tevens de eerste release op het label ATO Records van Dave Matthews en Michael Mcdonald. "The Big To-Do is een album, geproduceerd door David Barbe en bevat acht nummers van Patterson Hood, drie van Mike Cooley en twee van Shonna Tucker.
De cd gaat voortvarend van start met vier liedjes (Daddy Learned To Fly, Fouth Night Of Drinking, Birthday Boy en Drag The Lake Charlie) in de hoogste rockversnelling. Spontaan met lekkere grooves en een rammelende piano. De rustige songs The Wig He Had Her Wear en You got Another zijn minder geslaagde pogingen. "The Big To-Do" verliest hierdoor even zijn aantrekkingskracht. In de uitzinnige rocknummers This Fucking Job, After The Scene en Get Downtown (met invloeden van That’s Allright Mama van Elvis Presley en Great Balls On Fire van Jerry Lee Lewis) worden wederom de registers opengetrokken met een huilende, vervormde sound van de elektrische gitaren. Door de decibels en de stampende ritmes zal je huis op zijn grondvesten schudden. Santa Fe is een heerlijke countyrocker van Patterson Hood in semi-uptempo. Het prachtig door Mike Cooley gedragen akoestische Eyes Like Glue sluit een album af met vele sterke momenten en het ware nietsontziende Muscle Shoarls geluid, gecombineerd met het fameuze gitaargeweld van de Drive-by Truckers.




Tim Barry - 28th & Stonewall





Na twaalf jaar als zanger en gitarist van de punkband Avail met negen cd’s op zak, verkoos Tim Barry een carrière als singer-songwriter boven het werken met een groep. Dat heeft hem zeker geen windeieren gelegd. Na de cd’s "Laurel Street Demo" (2005), "Rivanna Junction" (2006) en "Manchester" (2008) is "28th & Stonewall" Barrys vierde cd als solo-artiest. De veertien liedjes op deze plaat heeft hij in drie weken tijdens een tournee geschreven. Nummers die omschreven kunnen worden als folk en low-fi country. Met hulp van co-producer Lance Koehler en bevriende muzikanten uit zijn woonplaats Richmond, Virginia, heeft Tim Barry de sublieme songs vastgelegd. Op zijn nieuwe cd brengt de folk- en punkzanger meer kleur in de sfeer op het album, dit in tegenstelling tot de meer sombere en donkere voorganger "Manchester".


Het openingsnummer van het album, de countryrocker Thing of The Past, zet meteen de toon met een lekkere hooky gitaarloopje. De toevoeging van een brassband aan het bluesy Will Travel werkt aanstekelijk. Tranen dreigen te vallen tijdens het prachtige Moving On Blue met een hoofdrol voor Daniel Clark op piano en Barrys zus Caitlin Hunt op viool. Tim Barry is het meest op dreef in nummers als Short G’bye, Memento Mori en 500 miles met duidelijke invloeden van Chuck Ragan en Scott H. Biram. Spraakmakend is het nummer Prosser’s Gabriel. Een emotioneel beladen nummer over de slavernij in de 17e eeuw in Virginia. Hoefsmit Gabriel Prosser was de leider van een geplande opstand tegen de slavendrijvers. Door de aanhoudende regen werd dit oproer uitgesteld, waardoor de plannen uitlekten. Gabriel en een aantal mede rebellen werden opgehangen. Pas in 2002 werd hij voor zijn in de kiemgesmoorde actie geëerd. Gouveneur Tim Kaine verleende Gabriel Prosser en zijn volgers in 2007 alsnog officieus amnestie, want zijn actie betekende wel het einde van de slavernij in Virginia.
Het album sluit gelukkig luchtig af met de meezinger Busdriver. In dit nummer wordt behalve de tourmanager, iedereen bedankt voor alle hulp tijdens een slopende tournee. "28th & Stonewall" is een uitstekend album met een diepgaand, smaakvol en uiterst integer gevoel van een gedreven persoonlijkheid. Bij elke beluistering wint de cd aan diepgang.




dinsdag 26 januari 2010

Ken Will Morton - True Grit



Het wordt hoog tijd dat de wereld Ken Will Morton uit Athens, Georgia, gaat ontdekken. Van 1993 tot 2003 was hij zanger en gitarist van The Wonderlust (powerpop) en The Indicators (rootsrock). In 2003 bracht Ken zijn langverwachte solodebuut "Rock ’n Roll Hands" uit, een cd die door de pers de hemel werd ingeprezen. Met de opvolgers "King Of Coming" (2006), "Devil In Me" en "Kick’ Out The Rungs" (beiden uit 2008) bleef hij kwalitatief schitterende platen uitbrengen met invloeden van Bruce Springsteen, Ryan Adams en The Jayhawks. Een grote doorbraak is tot nu toe uitgebleven. Hopelijk komt daar verandering in als volgende maand Mortons nieuwe cd "True Grit" wordt uitgebracht.
De zanger met de warme en prettige stem brengt ons op deze nieuwe schijf wederom schitterende liedjes, die geworteld zijn in de americana, roots en folk. Er staan twaalf eigen nummers op dit album dat werd geproduceerd door Mark Ambrosino. Gastmuzikanten die Ken Will Morton in de studio bijstonden, zijn Dave Richards (basgitaar), Dave Morgan (toetsen), Tom Laverack (akoestische- en elektrische gitaar, piano) en Ambrosino (drums, zang). De semi-akoestische plaat kent vele hoogtepunten. Van een werkelijk oorstrelende schoonheid zijn de liedjes Breath en On My Feet. Ook andere uitschieters als de tex-mexsong Cannot Win For Losing en de rootsrockers Restless Heart en Gamblin’man zijn om te snoepen. Het album glijdt veertig minuten lang als een heerlijk warme deken over je heen. Liefhebbers van americana en rootsrock hebben nog een groot geheim te ontdekken als zij niet bekend zijn met een unieke muzikant als Ken Will Morton. Zijn vijfde cd "True Grit" is namelijk aangrijpend mooi met een mix van ingetogen, slepende en medium-tempo songs.

Chris Ingham - Samsara



Chris Ingham is een singer-songwriter die zelf alle instrumenten heeft ingespeeld op zijn debuut-cd "Samsara", al is dit vaak beperkt tot de akoestische gitaar met een enkele toevoeging van elektrische gitaar of drums. Als een volleerde doe-het-zelver was de productie tevens in eigen handen. Bijna vijftig minuten lang brengt Ingham ons veelal relaxte en ingetogen folkliedjes met minimale akoestische begeleiding.
Soms klinkt hij erg mooi en intens (Free Tonight, I’m Moving On en Another Day), maar in onder meer de songs Mid-Air Collisions en The Breakdown rammelt en kraakt de low-fi productie, zodat de verveling om de hoek komt kijken. Wereldschokkend is het zeker niet. Daar zijn de nummers iets te eenzijdig voor, maar er zijn momenten op "Samsara" dat het verdomd lekker klinkt. Vooralsnog geef ik de eigenzinnige Chris Ingham daarom het voordeel van de twijfel.

www.myspace.com/cjingham




zondag 24 januari 2010

Jerry Joseph and the Jackmormons - Badlandia



Hij woont in Harlem, New York City, en heeft het rock ’n roll hart op de juiste plaats zitten. Jerry Joseph is een veelzijdige muzikant. Samen met The Jackmormons heeft hij inmiddels vijf cd’s uitgebracht. Jerry treedt ook regelmatig op met the Stockholm Syndrome, die is geformeerd uit bands als Widespread Panic en Gov’t Mule. Hij heeft tevens samen met percussionist Steve Drizos onder de naam The Denmark Veseys een cd uitgebracht, die geproduceerd is door David Barbe (Drive-by Truckers). Ondanks de vele nevenactiviteiten houdt Jerry Joseph toch genoeg tijd over om samen met The Jackmormons ouderwets te rock ’n rollen en te jammen. Ze hebben de laatste jaren heel wat cult-following gekregen in Amerika. In Europa betekenen ze helaas niet zoveel, maar hun populariteit aan de andere kant van de oceaan is echt wel groot. De nieuwe cd "Badlandia" is geen studio-album. Het betreft opnames van de shows, die vorig jaar zijn gegeven op 28, 29 en 30 augustus in het eetcafé The Banditos in Montana.
Op de cd staan acht nieuwe nummers. De complexe rauwe rocknummers vertonen raakvlakken met Led Zeppelin, The Black Crowes en Allman Brothers band. De lengte van de nummers varieert van acht tot dertien minuten. We horen overduidelijk dat er magie is tussen de muzikanten. De interactie tijdens het jammen zorgt er voor dat de nummers bij iedere show steeds weer anders zullen zijn. Vanaf de opener Fiona blinken Jerry Joseph (zang, gitaar), JR Ruppel (zang, basgitaar) en Steve Drizos (drums) aangevuld met gastmuzikante Jennifer Conlee-Dros, uit in lang uitgesponnen jams. De acht songs op "Badlandia" bevatten heerlijke zompige grooves waar elke muziekliefhebber wel waardering voor zal kunnen opbrengen. Het is muziek die onder uit de buik lijkt te komen. Rock met ballen!

http://www.myspace.com/jerryjosephsolo




Three Day Treshold - Straight Out Of The Barrel



De heren Kier Byrnes (banjo,mandoline, gitaar), Johnny Stump (bass), Evan Gayry (dobro), Zac Taylor (gitaar) en PJ Aspesi (drums) van de band Three Day Treshold schotelen ons al tien jaar aanstekelijke country, rootsrock en cow-punk voor, repertoire dat de meest koele kikker laat ontdooien. Deze vriendelijke en knotsgekke muzikanten uit Boston serveren ons op hun nieuwe plaat elf nummers lang een dampende mix van heerlijke opzwepende muziek met een knapperig randje. Het repertoire vertoont raakvlakken met bands als Slobberbone, Pogues, Dan Baird en Uncle Tupelo. Op "Straight Out of the Barrel" horen wij songs die soms een alcoholgeurtje hebben, zoals in Coffee/Whiskey, Jim Beam en Whiskey River.
De nummers bevatten tevens zoveel levenslust, dat je er moeilijk bij stil kunt zitten. Wat deze vijf knapen doen, is zo aanstekelijk dat elke vorm van weerstand meteen in de kiem gesmoord wordt. Met toegankelijke rootsrockliedjes als Atlas Blues, Little Bit Lonesome en Gator Farm moet je wel meezingen. Of je het wil of niet. De combinatie van de energieke rootsrock en de rebelse cowpunk is uitermate onweerstaanbaar. De heren van Three Day Treshold rocken en swingen een half uur lang als de neten. "Straight Out Of The Barrel" is een lekker ouderwetse plaat voor iedereen, waarbij je compleet uit je dak zal gaan. Succes verzekerd!.






zaterdag 23 januari 2010

Joe McInnis - Tacoma



Joe McInnis is een singer-songwriter uit Washington, die tevens liedjes schrijft en zingt voor de americanaband Shotgun Kitchen. Van Joe ontving ik onlangs zijn solo-cd. De stem van McInnis heeft een rafelig randje en doet soms denken aan Bob Dylan of Donovan. Als gitarist beheerst hij de fingerpickin’-stijl als geen ander. De twaalf songs op de cd "Tacoma" zijn van eigen hand. Het zijn liedjes van een singer-songwriter die gedragen door afwisselend gitaarspel ogenschijnlijk zonder veel moeite zijn verhalen vertelt.
Nummers als Hopeless Love, Down in my basement en Monkey Town gaan over ieders leven, over leed en liefde, gebracht met de nodige dosis humor. Over het liedje Sex with your severed Head zegt McInnis zelf: what can I say, it's just dark humor.In folky liedjes The Cowboy en It’s My Candy Now wordt McInnis op schitterende wijze bijgestaan door Erika Bellanger (viool) en Bekah Jurgensen (achtergrondzang). De cd "Tacoma" bevat een heerlijke collectie aan liedjes, die zo makkelijk wegluisteren dat ze blijven rondzweven in je hoofd. Een prachtig ingetogen en breekbare plaat van singer-songwriter Joe McInnis, het soort onbekende lokale ‘grootheid', waar ik altijd naar op zoek ben. Ik ben blij dat ik hem heb gevonden!





vrijdag 22 januari 2010

Mark Wehner - Wait ... I Wasn't Finished



Met een platencontract op zak en uitstekende contacten bij radiostations in Philadelphia, Daytona Beach en Orlando was Mark Wehner de man achter het wekelijkse programma Americana Tonight. Er werd aandacht besteed aan de beginnende en gevestigde artiesten in Nashville. Tevens was hij oprichter van de Creative Indepent Artists (CIA). Hij probeerde artiesten op weg te helpen als zij zich gingen vestigen in Nashville. Op een gegeven moment wilde Mark toch ook zelf weer muziek maken. Samen met producer en gitarist Dan Frizsell en een stel bevriende muzikanten, zoals Pat McGrath, Michael Webb en Steve Hinson, dook hij in Nashville de Legends & Cave Artists studio in om de opvolger van de cd "That's The Way That It Goes" uit 2003 op te nemen. Een leger aan achtergrondzangers en -zangeressen (Mark Leland Wehner, Camille Kinloch, Kimberle Dahme, Francie Dayton, Lisa Carver, Shara Johnson en Walt Wilkins) verzorgt op "Wait...I wasn't finished" de schitterende samenzang.
Deze cd bezit een twaalftal nummer met een zeer warme en herkenbare sound. Het geluid is lekker direct en niet volgeplamuurd. Mark Wehner bezit over een buitengewoon doeltreffende pen voor het schrijven van geweldige countryliedjes De melodieuze nummers pakken je direct bij de eerste beluistering en je bent verkocht voor je het weet. Je kunt amper stil zitten tijdens de stampende countryrockers As Fast As You Can, Dixie Flyer en Anny Lee met een geslaagde wisselwerking tussen de akoestische en elektrische instrumenten. De uptempoliedjes worden regelmatig afgewisseld met mooie semi-akoestische ballads als It might as well rain en From here to you. Mede door de uitgebreide vocale ondersteuning is deze plaat een echte must voor liefhebbers van dit genre. "Wait...I wasn't finished" bevat tijdloze muziek, die stevig is geworteld in de tradities van de countryrock.