Bedankt dat je mijn blog heb bezocht. Om de lezer nog beter op de hoogte te houden ga ik regelmatig een Nieuwsbrief verzenden. Aanmelden voor de Nieuwsbrief via johan.schoenmakers@gmail.com

donderdag 31 december 2009

Chris Baker - 28th & Taylor St. Blues



De Texaan Chris Baker zit al meer dan een decennium in de muziek. Als veertienjarige speelde hij gitaar in de funky band Elsie. De daaropvolgende jaren was hij actief met de Chris Baker Band, College Station en Magee Payne Band. Momenteel is Baker de zanger en gitarist van de groep Southern Reverb met folkrock en country op het repertoire. "28th & Taylor St. Blues" is Bakers tweede solo-uitstapje. Het volgt "The Ride" uit 2004 op. De cd, die op vijf verschillende locaties is opgenomen, bevat tien liedjes met een combinatie van folk, country en rock.Chris Lewis (drums) en Mark Ridell (basgitaar) van Southern Reverb zijn enkele muzikanten die Chris in de studio's hebben bijgestaan.



Baker speelt op deze tweede schijf schitterend slide-gitaar. Zijn emotioneel geladen zang ontroert tijdens de gehele cd. Hij bezit tevens de kunst om aangename melodieën te schrijven, gecombineerd met verhalen over zijn eigen leven. Een plaat die beurtelings herinneringen oproept aan onder meer John Hiatt en Slaid Cleaves. Het album bevat tevens pakkende folkrock met het knallende titelnummer als hoogtepunt. Chris wisselt regelmatig de toonzetting af met subtiele luisterliedjes zoals Until My Days en Undeservingly Yours. Ik kom maar niet af van deze cd met zijn schitterende melodielijnen. Ook als ik de deur uitga, blijft de cd in m'n kop zitten. "28th & Taylor St. Blues" van Chris Baker is een mooi slotakkoord van een prachtig muziekjaar. Chris heeft zeven jaar gewerkt aan deze plaat. Als hoestekst schrijft hij dan ook: 'By the grace of God, it's finally come together'.






woensdag 30 december 2009

Jeremy Nunnelly - Just The Same



Een zanger, gewapend met gitaar, mondharmonica en liedjes over zijn eigen jeugd. Het zijn de ingrediënten die terug te vinden zijn op de debuut-ep "Just The Same" van de uit South-Carolina afkomstige Jeremy Nunnelly. Hij zingt en speelt op een eerlijke en heldere manier doeltreffende liedjes in de folk- en bluegrasstraditie. De teksten getuigen van eenvoud en eerlijkheid.
Jeremy brengt zes liedjes zonder opsmuk. Gewoon lekker zingen en spelen is het motto. Met zijn warme stem en fel akoestisch gitaarspel geeft Jeremy Nunnelly in twintig minuten een kijkje in zijn eigen belevingswereld. Liedjes die je vanaf het begin tot het eind bij je strot grijpen en niet meer los laten. Gedreven en vol vuur zingt hij over zijn tijd als jongen op de boerderij (Good man Home) of over zijn liefdevolle ouders (Muscadines). "Just The Same" herbergt een stel fantastisch akoestische songs van een zanger en gitarist met veel talent. Deze ep, waar het speelplezier van afstraalt, smaakt naar meer. Ik hoop dan ook dat er spoedig een volledig album wordt uitgebracht van Jeremy Nunnelly.





Chris Coole - Old Dog


De naam Chris Coole zal je waarschijnlijk weinig zeggen. De gitaar- en banjo-virtuoos uit Toronto is echter al geruime tijd actief als muzikant. Hij heeft zijn diensten verleend als sideman of als producer aan meer dan 75 albums voor diverse muzikanten. Voor zijn eerste solo-project kreeg Chris veel steun en hulp van andere muzikanten. Desondanks is er zorgvuldig omgesprongen met de toevoeging van extra instrumenten. De cd "Old Dog" bevat zowel eigen composities en covers als traditioneel materiaal. Akoestische folk, blues, bluegrass en banjo-fingerpickin’ komen aan bod op "Old Dog" met een lichte voorkeur voor de prachtige ballads.
In nummers als The Bottle Got The Best Of Me en $100 word je als luisteraar meegezogen met de gedrevenheid van de zanger en de sfeer die zangeres Kristin Cavoukian oproept. Cooles interpretatie van andermans nummers als Six Days On the Road (van Carl Montgomery) en Daniel and the Sacred Harp (van Robbie Robertson) hebben een verslavende werking op de luisteraar en zijn dan ook zeer geslaagd. De relaxte Tulsa-sound in folkliedjes als Hell To Pay en Cole Young heeft een hoog J.J. Cale gehalte. "Old Dog" is een album dat de luisteraar meeneemt op een bezielde muzikale reis vol emoties. Twaalf liedjes die voor een bijzonder aangename luisterervaring zorgen.

http://www.chriscoole.com




Mike Eckstein - Far West Day Dream



De Californische Mike Eckein is een muzikant, die liedjes schrijft en zingt. De teksten worden in de studio voorzien van geïmproviseerde melodielijnen. Althans, die indruk krijg ik bij het beluisteren van Far West Day Dream. Op deze cd staan liedjes met een psychedelische klankkleur. De akoestische nummers komen wereldvreemd en avant-gardistisch over. Een vergelijking met Syd Barrett is dan vrij snel gemaakt.
Het merendeel van het gebodene is instrumentaal en is soms moeilijk om doorheen te komen. Alleen tijdens de prettig gezongen folksongs How Do en In Peril weet Mike Eckstein mij echt te boeien. Far West Day Dream herbergt naast aardige folkliedjes tevens onvoorspelbare en ongestructureerde composities. De debuut-cd van Mike Eckstein zal dan ook niet voor iedereen zijn weggelegd.



maandag 28 december 2009

James Ruff - Long Journey Home



De uit New York afkomstige singer-songwriter James Ruff heeft veel van de wereld gezien. Tijdens zijn reizen deed hij kennis op van onder meer de flamenco en de Afrikaanse drums. Die bagage heeft Ruff gebruikt tijdens de opname van zijn debuut-cd "Long Journey Home". Van sober en passievol spel tot aan akoestisch getokkel blijf je als luisteraar geboeid door de geïnspireerde gitaarklanken. James maakt je in zijn liedjes deelgenoot van zijn emoties en gevoelens. De verlangens, jeugdherinneringen en dromen zijn onderwerpen, die regelmatig in zijn teksten terugkomen.
Hij zingt en speelt zo overtuigend, dat je vanzelf in zijn nummers wordt meegezogen. De melancholische songs zijn geschreven in de folk- en rocktraditie. Een uitzondering is het nummer Coconut Song. Een ontmoeting met de in Costa Rica populaire zanger Walter Ferguson inspireerde James tot het schrijven van het lied met een Caraïbisch tintje in de bekende stijl van Jack Johnson. "Long Journey Home" ontroert en betovert met treffende teksten, gedreven melodieën en opvallend intens akoestisch gitaarspel. Er blijft tijdens iedere draaibeurt onderhuidse spanning en een beklemmende geladenheid voelbaar op dit fraaie en pure debuut van James Ruff.




zaterdag 26 december 2009

Memphis 59 - Ragged But Right


Rootsrock is een term, die meestal wordt gebruikt om de oorsprong van de rock-'n-roll, de versmelting van zwarte blues en witte country, in combinatie met de fokrevival te omschrijven. Een band die aan deze Amerikaanse rocktraditie voldoet, is Memphis 59. De groep bestaat uit Scott Kurt (zang en gitaar), Richard Lewis (basgitaar) en Chris Zogby (drums). "Ragged But Right" is het debuut van deze rootsrockband uit Virginia. De productionele touwtjes waren in handen van John Jennings.
Op de debuut-cd staan twaalf muzikale lekkernijen. De aanstekelijke liedjes met melodieuze gitaarhooks barsten van de energie. Het dynamische trio rockt met eerlijke muziek vol overgave de spreekwoordelijke pannen van het dak. De nummers nestelen zich dan ook direct in je geheugen. Way With Words zorgt na het stevige beukwerk voor het enige rustpuntje van "Ragged But Right". Rootsrock: recht uit het hart, doordacht en met ballen! De smulpapen onder ons zullen hun bordje aflikken, terwijl ze vergenoegd knorren: wat is "Ragged But Right" van Memphis 59 toch een uitstekende rootsrockplaat. Muziek zonder oogkleppen!






James Hummel - Like An Ocean



Canada heeft zich dit jaar geprofileerd als singer-songwriterland bij uitstek. De uitstekende releases volgden elkaar in een hoog tempo op. Zo is er nu James Hummel uit Ontario, die zich aandient met een debuut-cd. Samen met Will Armstrong (basgitaar en drums) heeft hij twaalf liedjes opgenomen. Andy Magoffin is de verantwoordelijke producer voor deze plaat. Hij is bekend van producties met Great Lake Swimmers, Hidden Cameras en The Constatines.
De debuutschijf "Like An Ocean" hinkt op twee gedachten. Op zes van de twaalf liedjes begeleidt James zichzelf op de akoestische gitaar. Het zijn integere liedjes vol romantische en dromerige aspecten. Vanaf de eerste klanken raken deze stemmige liedjes je diep in je hart. In de overige nummers wordt helaas gebruikgemaakt van teveel instrumentarium waardoor ze vlak en eenvormig klinken. Pakkende scherpe randjes ontbreken. Daarom zeg ik dat "Like An Ocean" net niet ‘hot’genoeg is om te overtuigen, maar de liefde en het vakmanschap, waarmee dit debuut is gemaakt, springen er zeker bovenuit.

vrijdag 25 december 2009

The Barnstormers - Graveyard Town



Het duo Barnstormers uit Alabama heeft zijn naam ontleend aan het vliegende circus uit de jaren twintig. Barnstorming oftewel stuntvliegen was in die tijd razend populair. Ronald Moore en Chris Wilson hebben een uitstekende keuze gemaakt met hun naam. Op de nieuwe schijf "Graveyard Town" haalt het duo vreemde en indrukwekkende muzikale capriolen uit. De stuntvliegers grossieren in donkere en romantische liedjes met invloeden uit folk, rock en jazz. De liedjes worden in een aantal gevallen met hulp van strijkers zwaar en bombastisch aangezet. Multi-instrumentalist Chris Wilson is hiervoor verantwoordelijk. Op deze manier weet hij een apart en betoverend geheel te creëren.
Op de plaat staan schitterend gezongen liedjes met een bloedstollend mooie muzikale omlijsting. Nummers die je tot in je diepste vezels weten te raken. Je waant jezelf in de zevende hemel bij de ontlading door de strijkers of de blazerssectie. De droefgeestige liedjes worden spaarzaam afgewisseld met breekbare akoestische nummers. Het zijn momenten vol onbeschrijflijke schoonheid, die behoorlijk tot de verbeelding spreken. "Graveyard Town" is geen gemakkelijk album. Dromerig, filmisch en wonderschoon zijn termen die hier van toepassing zijn.





donderdag 24 december 2009

West Nile Rangers - Honkabilly Western Garage



Het Californische kwintet West Nile Ramblers maakt muziek die onweerstaanbaar dansbaar is en uiterst prettig de benen aan het werk zet. Met de Belg Bart van der Zeeuw (ex-drummer K's Choice) in de gelederen laten de West Nile Ramblers op hun debuut-cd "Honkabilly Western Garage" een combinatie op de luisteraar los van western swing en honky-tonk. De band noemt het zelf Western Garage. De heren weten een herkenbare sound op te frissen tot een totaal eigen stijl. Op de debuutplaat passeren ze één voor één de revue, de liedjes die je direct kan neuriën, meeblèren of meefluiten.
Van Silver Dew On The Blue Grass Tonight, The Whiskey Ain't Working (Neither Do I) tot aan de Drinking Song valt de Western Garage-sound van de West Nile Ramblers bij mij in goede aarde. De heren jammen er als gekken op los in het instrumentale en opzwepende zigeunerwijsje Uke Swing. Één van de onbetwiste pareltjes op de cd is de countrysmartlap Rosie Night. De productie van "Honkabilly Western Garage" is lekker uit de losse pols geschud. Met hun muzikale virtuositeit en nonchalante houding maken de mannen van deze Californische band oergezellige swing en honky-tonk, die zeker niet te versmaden is. Ik zet het geluid wat harder en dans er ongeremd op los. Zo blijf je warm in deze barre dagen.





woensdag 23 december 2009

Two Cow Garage - A Through The Whiskey Glass Intro (Live @ Three Kings)



De band Two Cow Garage uit Ohio bestaat inmiddels meer dan acht jaar. Met oprichter Micah Schnabel (zang en gitaar), Shane Sweeney (zang en gitaar) en de nieuwe groepsleden Cody Smith (drummer) en Andy Schnell (keyboard) staat de band garant voor heftige altcountry en rock. Door het aantrekken van een toetsenist op de laatste cd "Speaking In Cursive" uit 2008 kreeg het geheel iets meer een gepolijst randje. De lekker opzwepende altcountrymuziek van de band boette gelukkig niet in aan kracht. Het optreden dat de heren van Two Cow Garage gaven ter ere van het veertienjarig bestaan van het label Surbuban Home Records werd tijdelijk op cd weggeven bij aankoop van het album When The Stagelights Go Dim van Micah Schnabel.



Het optreden in de Three Kings in Denver, Colorado, bestond voor het merendeel uit nummers afkomstig van de laatste cd Speaking In Cursive. Bij het horen van de ruwe ongemixte opnames valt de eenvoud van de band op. Gewoon vier mannen, twee strotten, twee gitaren, een keyboard en een drumstel. Het zijn echte podiumbeesten die keiharde pokkeherrie weten te produceren. In een mum van tijd worden het publiek en de luisteraar thuis in vuur en vlam gezet. Je krijgt meer dan uur een dosis adrenaline toegediend waar je U tegen zegt. De live-plaat staat vol onvervalste en onstuimige rock ’n roll zonder enige opsmuk. Niet vernieuwend, maar zeker wel verfrissend. Rauw tot op het bot en uiterst ongenuanceerd!

Amberville - Crystal Roads



Noorwegen heeft niet echt een traditie op het gebied van americana. In het hoge koude noorden zal je eerder heavy metal tegenkomen. Vijf heren uit Trondheim eren een mooi en schilderachtig plekje op aarde: Amberville, gelegen in Noorwegen. Amberville bestaat uit een groep muzikale Vikingen die lekker in het gehoor liggende popliedjes brengen in een americana-jasje.
De twee zangers Dagfinn Rittland en Frode Thomassen zorgen op het album "Crystal Roads" met twee totaal verschillende stemmen voor een aanstekelijke sound. Dagfinn zingt met een iets te nadrukkelijk accent op een huilende, soms overdreven dramatische wijze. Frode daarentegen heeft een warm en gemoedelijk stemgeluid. Zijn bijdragen aan nummers als Fallen Angels, One Day en Land Of Cotton vallen daarom bij mij het meest in de smaak. De plaat valt op door de prachtige samenzang. Het geluid is mooi uitgebalanceerd, maar de productie van "Crystal Roads" is aan de brave kant. Het zou allemaal wel wat spontaner kunnen.




dinsdag 22 december 2009

Robert Morton - Twisted Road



De singer-songwriter Robert Morton uit Connecticut is overduidelijk beïnvloed door de jaren zeventig. Zijn warme melancholische stem lijkt als twee druppels water op die van James Taylor. Het is een zanger die zijn ziel en zaligheid blootlegt in eenvoudige liedjes met nostalgische momenten.
De negen eigen nummers liggen erg goed in het gehoor. De melodieën hebben je dan ook snel te pakken. Morton wordt bijgestaan door talentvolle studiomuzikanten. Door hun tomeloze inzet staan op "Twisted Road" veelal akoestische americanaliedjes van het fijnste soort. De productie van "Twisted Road" is misschien wat aan de voorzichtige kant, maar dat stoort mij geenszins. Robert Morton heeft een ouderwets lekkere americanaplaat gemaakt met pure en eerlijke liedjes. Nummers die zo'n krachtige warmte uitstralen dat de centrale verwarming in deze koude winter bijna overbodig wordt. Teruggrijpen naar de jaren zeventig, heerlijk toch.

maandag 21 december 2009

Johnson's Crossroad - Blood in Black and White



Johnson’s Crossroad is een van de meest aangename muzikale verrassingen van dit jaar. De groepsnaam refereert aan de plek waar de moeder van zanger Paul Johnson is opgegroeid: Johnson Crossroad in West-Virginia. Het kostte de band bloed, zweet en tranen om dit prachtige debuutalbum te realiseren, vandaar de titel "Blood in Black and White". De heren Paul Johnson, Keith Minquez, Justin Eisenmann en Matthew Chase creëren op het album een klankpalet dat geraffineerd zijn muzikale rijkdom prijsgeeft. Het is de mooie mix van emotie, muzikaliteit en creativiteit die deze plaat zo goed maakt. Zanger Paul Johnson weet met zijn doorrookte, rauwe en gruizige stem een sfeer van innerlijke verstilling op te roepen. De sobere en warme akoestische omlijsting sluiten hierbij naadloos aan.

Op deze schitterende plaat staan tien lekker relaxte nummers met veel tempowisselingen. De subtiele samenzang in bluesliedjes als To The Bitter End, Those Lonesome Blues en You need Not Look Me In The Eyes verdoezelen het rauwe randje van Paul Johnsons stem. Een duister en meeslepend gevoel ontstaat door de emotionele dramatiek in Between You And I. De combinatie van Johnsons donkerbruine rauwe stem en de prachtige dobroklanken zijn een streling voor het oor. De opbeurende oldtimeyliedjes Left Behind en Bail Money weten mij door het betoverende mandolinespel uiterst vrolijk te stemmen. Let's have a toast to the memories zingt Paul Johnson tijdens één van de bloedstollende nummers. Ik denk dat wij dat allemaal eens moeten doen. "Blood in Black and White" is zonder twijfel een echte topplaat, een debuut dat meteen al een klassieker kan worden genoemd.

www.myspace.com/johnsonscrossroad





zondag 20 december 2009

Booker Lee & County Fair



Een nummer schrijven over je geliefde oma, die pas is overleden, kan veel teweegbrengen. Josh Fidler gebruikt rond deze tijd de bijnaam van zijn oma "Booker Lee" als artiestennaam tijdens de vele optredens. De naam van zijn band Colab heeft hij veranderd in Booker Lee & The County Fair. In 2007 verscheen de debuut-cd "Journal", die opviel door de melodieuze altrocksound. Voor de nieuwe cd "For The Commonwealth" is wederom gekozen voor producer Jason Rubal. De tweede cd brengt een verzameling sterke rootsy altrockliedjes met een flinke drive. Rubal heeft een geweldige live-sound in de studio neergezet. Het is muziek met veel zeggingskracht.
De elf liedjes vallen op door hun harmonieuze en toegankelijke sound met de nodige scheurende gitaren.De variatie op dit album is uitstekend in orde. De solide rockliedjes worden namelijk regelmatig afgewisseld door bijzonder fraaie ballads met een gastrol voor Kristen Books, die op overtuigende wijze de zangpartijen voor haar rekening neemt. Booker Lee & The County Fair zegt zelf in de bijgeleverde persinformatie: "We just wanted to make a great rock 'n roll record"! De luisteraar zal het met mij eens zijn. "For The Commonwealth" is een heerlijk klinkende wereldplaat waarbij alles klopt.





zaterdag 19 december 2009

Catharine Paver - Thunder Gold


Wat maakt een cd interessant met twaalf liedjes van een zangeres die zingt in de oertraditie van de folkmuziek? Dat vroeg ik mij aanvankelijk af na de eerste beluistering van "Thunder Gold" van de Londense Catharine Paver, die duidelijke overeenkomsten vertoont met Joan Baez. Het verschil met de hippiezangeres en haar eindeloze vibrato's is dat Baez onvermoeibaar de mensen opriep tot saamhorigheid. Catharine Paver daarentegen heeft haar eigen droombeelden.
Ze zingt met een heldere en warme stem over het aloude Westen en begeleidt zichzelf op een akoestische gitaar. Haar folkliedjes hebben spooksteden in Wyoming, Arizona en Utah als onderwerp. Bij haar verhalen zie je beelden van verlaten steden. Een aantal mooie foto's, afgedrukt in het hoesje, helpt je erbij. Catharine is vaak te vinden rond een kampvuur om haar verhalen al zingend aan een ieder te laten horen. Ze laat je wegzweven met haar boeiende vertelsels die een heel eigen sfeer uitademen. Dit soort liedjes hoor je nog maar weinig meer. Catharine Paver heeft mij veertig minuten laten wegdromen naar de tijd van de groeiende en florerende steden ten tijde van de goudkoorts, steden die na het opraken van het goud veranderden in spooksteden waar niemand meer wilde wonen. "Thunder Gold" is voor mij een onuitputtelijke goudmijn!

http://www.youtube.com/watch?v=BvtaKxsvHNc&feature=related

donderdag 17 december 2009

Cosmoline - Give Me Back My Pride



De Amerikaanse marine zong tijdens de Tweede Wereldoorlog: Cosmoline houdt mijn geweer schoon. Cosmoline is een gelei-achtig middel om roesten tegen te gaan. Het is tevens de naam van een americana- en southern-rockband uit Minnesota nabij de rivier van Mississippi. De vijf heren van Cosmoline drinken van dit water. Ze houden zich dan ook voor dat hun bezieling en muzikale gedrevenheid hieruit voortvloeien. Cosmoline bestaat uit vijf fris ogende en enthousiaste heren. Steve Clay (basgitaar), Grant Dawson (keyboard), David Hepenstal (drums), John Kurtis (zang en elektrische gitaar) en Scott Malm (zang en elektrische gitaar). De debuut-cd Give Me Back My Pride is opgenomen na de nodige slokken Jack Daniels. De band laat je wegzweven op de americanaklanken van nummers als Time Cheating en Strong Enough. Tijdens deze liedjes wordt duidelijk waar de band de mosterd vandaan heeft gehaald.
De voornaamste inspiratiebronnen, zoals Gram Parsons, Buffalo Springfield, Chuck Prophet en Jay Hawks, zijn nooit ver uit de buurt. De melodieuze altcountry-songs worden gevolgd door southern-rockliedjes (Lay Me Down Gently en Coal Black Love) en dramatisch droevige nummers als Flame to Gasoline en Change Of Heart waarin Scott Malm zich profileert als een zanger in een treurige stemming. De loner op zijn akoestische gitaar houdt met minieme muzikale invulling moeiteloos de aandacht van de luisteraar vast. Dat is tevens de kern van het debuut van Cosmoline. Deze band heeft de americana en rootsrock uiteraard niet zelf uitgevonden, maar een goede cd hoeft niet altijd vernieuwend te klinken om boeiend en spannend te zijn. De band uit Minnesota heeft mijn zegen. Ik kijk nu al reikhalzend uit naar een concertreeks in Nederland.




woensdag 16 december 2009

Judy Tampa & Bunko Squad - Tainted

Haar artiestennaam is gekozen uit voorliefde voor de plaats waar ze geboren werd, maar haar echte naam is Judy Chicago. Als Judy Tampa staat ze tevens bekend als schilderes, ontwerpster en feministe. Deze 50-plusser heeft iets weg van Patti Smith. Gelukkig is ze niet zoals Patti aangetast door drank en drugs. Op haar nieuwe cd "Tainted" wordt ze bijgestaan door haar band Bunko Squad. Deze groep muzikanten bestaat uit: John McEwen (bouzouki, akoestische gitaar), TJ Weger (akoestische basgitaar), Harry Hayward (drums) en George Pappas (zang, akoestische gitaar, mondharmonica). Het nieuwe album bevat vijftien liedjes, die hoofdzakelijk door Tampa zijn geschreven. De nummers zijn stevig geworteld in de grote oerstormen van de muziekgeschiedenis zoals country, blues en folk. Judy’s stem is zeer afwisselend te noemen. In de countryliedjes String Theory en We Must Be Dead klinkt ze overwegend zwoel.
Dat Judy ook affiniteit heeft met de blues is duidelijk te horen in liedjes als Billy Billy en Mighty Fine Day. Met het grootste gemak en overtuiging zingt ze de blues alsof ze niet blank was. Tampa wordt op een aantal nummers bijgestaan door de donkere en gedreven stem van George Pappas en zijn diatonisch mondharmonicaspel. In vier bluesliedjes neemt George zelf de vocalen voor zijn rekening. De nummers Only The Shadow Knows en Back To The Riverside, waarin Ronny Elliott meezingt, komen wat gekunsteld over. Het parlando (pratend zingen) van Elliott is dan ook geen aanwinst voor deze plaat. Met de variatie van country en blues heeft de nieuwe schijf van Judy Tampa & Bunko Squad zeker genoeg diepgang en spontaniteit om de weg naar de cd-speler vaker te vinden.


dinsdag 15 december 2009

Patrick Crowson - Finito La Comedia



Patrick Crowson komt uit Brooklyn. Als we de geschiedenisboekjes openslaan, leren we dat dit stadsdeel is opgericht door Nederlanders, die zich daar namens de West-Indische Compagnie vestigden. De naam Breuckelen werd verbasterd tot Brooklyn, dat nu met zijn vervallen en verloederde wijken vergelijkbaar is met Harlem en de Bronx. De treurigheid en zwartgalligheid hoor je overduidelijk terug in de liedjes van Crowson. Zijn debuut-cd uit 2006 kreeg veel positieve recensies van de Nederlandse en Belgische schrijvende pers. Finito La Comedia is zijn tweede cd. Patrick heeft die met hulp van bevriende muzikanten Josh en Todd Allen uit zijn band The Meanwhiles opgenomen. Beide heren ondersteunen Patricks sombere melodieën op akoestische gitaar, traporgel en af en toe ook vocaal.
Crowson heeft een melancholische en gevoelige stem. De aanpak van de nummers is uiterst traag en indringend. Liedjes met poëtische teksten zonder een refrein, maar met een herhaling van woorden. Crowsons composities hebben raakvlakken met zijn voorbeelden Bob Dylan en Townes Van Zandt. Donkere wolken pakken zich samen in het titelnummer waarin de overeenkomst met Will Oldham en James Yorkston opvalt. Crowson schreeuwt om hulp in het weemoedige I Pray For You. Deze sfeerbeelden voeren je mee naar de armoede in de sloppenwijken van Brooklyn. De donkere en sobere lo-fi productie van Josh Allen drukt zeker een stempel op deze plaat. Patrick en Josh creëren een onheilspellende en aangrijpende sfeer. Je moet wel sterk in je schoenen staan om dit juweeltje te verteren. Zeg niet dat ik je gewaarschuwd heb!





maandag 14 december 2009

The Deceptions - Sinner's Soul



Als je de naam van de band The Deceptions letterlijk vertaalt als misleidingen, dan begint dat al bij de hoes. Deze doet denken aan een plaatje met moeilijke avant-gardemuziek. Onder bezielende leiding van producer Doug Kasper brengen de vijf heren uit Pennsylvanië op het debuut "Sinner's Soul" echter een aantal altcountryliedjes die doen denken aan het repertoire van Ol'97, Ryan Adams en de Jayhawks. Het zijn vrolijke rootsrockers en gespierde altrocksongs met een combinatie van akoestische en elektrische gitaren, ondersteund door orgel en accordeon. Jared Fretz en Dan Krofcheck nemen afwisselend de vocalen voor hun rekening. De afzonderlijke liedjes verraden dat Jared Fretz de beste songwriter is van het gezelschap.
Zijn liedjes blijven hangen in het geheugen. De composities van Krofcheck verzanden daarentegen in nummers die een minder geslaagd afgietsel lijken van het werk van de helaas te vroeg overleden singer-songwriter Dan Fogelberg. Ik mis in het repertoire van Krofcheck een bepaald spanningsveld en ook de fijngevoeligheid van Dan Fogelberg. "Sinner's Soul" van The Deceptions is best een aanvaardbaar debuut, maar ik voel dat er meer uit deze band is te halen.





Brent Bennett - A Ghost In Indiana



Brent Bennett zit al meer dan 25 jaar in de muziek. Zijn muzikale carrière ging van start in plaatselijke bandjes in Indiana en Californië. Hij stond ondermeer in het voorprogramma van John Waite en Echo & the Bunnymen. Ook nam hij samen met Rob York een cd op. Vanaf 2000 brengt Bennett elektrisch getinte folkrock-cd's uit met eigen composities.Een uitstapje naar de blues volgt in 2008 als hij een cd opneemt met liedjes van zijn favoriete bluesartiesten. Momenteel hangt Bennetts elektrische gitaar in de wilgen, want zijn nieuwe cd "A Ghost In Indiana" is geheel in akoestische stijl. Met een stem die overeenkomsten vertoont met Tom Petty en Bruce Springsteen, rockt de doe-het-zelver (Bennett kreeg geen muzikale of vocale hulp van anderen) in vijftig minuten door zijn folk- en bluesliedjes met een knipoog naar de countryscène.Brent Bennett brengt zijn briljant geschreven nummers bezield en hartverscheurend.
In de folkrockers Vanishing Act en 50 Miles Away snijdt Bennett zijn favoriete onderwerp aan: vrouwen. In de bluessong Leavin’ Askin’ Myself beschrijft hij een vrouw die het huwelijkse leventje zat is. Bennett is gedreven en scherpzinnig in de folk-opener Alcratraz over het leven in een gevangenis waar uitbreken bijna onmogelijk is en beschrijft in de afsluitende popsong Rope een executie. "A Ghost in Indiana" is mede door Bennetts krachtige stem en begeleiding op de akoestische en slide-gitaar meeslepend en heerlijk om naar te luisteren.





zaterdag 12 december 2009

Beth Rinaldo & Scott Holland - Edge Of The World



Als de country- en bluegrassgroep Big Sky brachten ze een aantal cd's uit, waaronder Live At The Half Moon uit 2005. Deze cd verkreeg in dat jaar een nominatie voor de beste Amerikaanse rootsrockplaat. Als Beth Rinaldo, Scott Holland featuring Big Sky and friends heeft het vijftal uit Washington een nieuwe cd afgeleverd met als titel "Edge of the world". Gastbijdragen zijn er van Dave Van Allen (pedal steel) en Allison Lurton (achtergrondvocalen). Beth en Scott borduren voort waar Big Sky eindigde, het maken van altcountry en rootsrock. De toevoeging van dobro, pedal steel en viool doet vermoeden dat het om cowboymuziek gaat, wat op dit album geenszins het geval is. Er staat van alles op.
Lekker swingende country, jazz, rockabillysongs, maar ook een paar countrytearjerkers volgen elkaar in een hoog tempo op. Beth heeft een zwoele en warme stem. De begeleiding van multi-instrumentalist Scott Holland is modern met een flinke scheut rock, roots en flarden jazz. De bijdragen van Helen Hausman (viool), Eric Roggenstroh (basgitaar) en Mark Lucas (drums) zijn zeker verdienstelijk te noemen.Deze combinatie levert een prachtige schijf op met negen eigen nummers en één traditional (Cold rain and snow). Liedjes die duidelijk de invloeden verraden van Buddy & Julie Miller, Emmylou Harris en Gillian Welch. De sterke muzikale vormgeving en de mooie sluitende harmonieën maken van Edge of the World een sympathiek plaatje om in je (country)hart te sluiten. Een mooie presentatie die nadere beluistering verdient.








donderdag 10 december 2009

Steve Judice - Stormy Goodbyes & Laughing Eyes



De uit Baton Rouge, Louisiana, afkomstige Steve Judice heeft met zijn debuut "Stormy Goodbyes & Laughing Eyes" een album afgeleverd met twee gezichten. Tien eigen composities met een mix van red dirt, outlawcountry-blues en americanaliedjes. In lekkere outlawsongs als Outta Lucky Again en Nobody Talks kleurt Steve de nummers met een stem van een zingend biervat, waarbij mede door de scherpe productie de nummers helemaal tot leven komen. Topbluesnummers zijn If You're Gonna Leave Me en Skoal Drippin’ Blues, mede dankzij de rauwe stem van Steve en de mondharmonica van Joe Ropollo. Dan is er nog een aantal americanasongs en tearjerkers die te braaf worden uitgevoerd. Judices stem leent zich duidelijk meer voor de rauwe blues en outlawsongs. In de countryballads klinkt hij te netjes, waarbij de kans groot is dat de luisteraar zijn aandacht gaat verliezen. "Stormy Goodbyes & Laughing Eyes" hinkt daarom nog teveel op twee gedachten: de serieuze en de onstuimige Steve Judice.





woensdag 9 december 2009

Mark Bates - Down The Narrow



Acht jaar geleden zong hij als dertienjarig jochie gospelliedjes in de kerk. Tegenwoordig is de uit Nashville afkomstige Mark Bates een getalenteerde vertolker van americana en rock. Recent bracht hij zijn debuut-cd uit. Mark kreeg in de studio hulp van Dave Mattacks (drums), Richard Gates (basgitaar), Duke Levine (elektrische gitaar en pedal steel), Joe Med (saxofoon en klarinet) en David Jiles en Carolyn Marsh voor de achtergrondvocalen. De verantwoordelijke persoon die het geheel een mooi afgeronde sound heeft meegegeven is Mark Thayler. Als producer van singer-songwriters en americana-artiesten is hij zeker geen onbekende. Ook op "Down the Narrow" laat hij zijn vakkundigheid weer gelden.
De nummers klinken als de teksten: sober en ingetogen. Mark Bates is een pure verhalenverteller in zijn nummers, die rijkelijk worden omlijst door zijn muzikale hulptroepen. Hij probeert in zijn teksten een bepaalde situatie met humor minder droevig te maken. Het zijn liedjes waar de emoties van afdruipen. Tussen alle ellende is ook plaats voor een beetje vreugde in het gospelnummer The Promised Land. De semi-rocker Forbidden Love wordt opgeluisterd met een sublieme gitaarsolo van Duke Levine. Ook de gospelblues Daisy is voorzien van een lekker smerige gitaarsound. Met een dissonante stem à la Neil Young laat Mark een prachtig gedegen interpretatie horen van Townes Van Zandts Flyin' Shoes. Het album wordt afgesloten in aanstekelijke New Orleans stijl in het nummer Death Sucks. Hopelijk is de toon gezet voor een tweede album. "Down the Narrow" is een prachtig en meeslepend debuut van Mark Bates. Door de hoge kwaliteit verdient de plaat het om aandacht te krijgen van de andere altcountry-websites en radiostations.



The Shivering Denizens - The Shivering Denizens



Welcome to Honky Tonk Hell. Deze woorden komen bij je op als je luistert naar de debuutplaat van The Shivering Denizens. Roy E. Banner, Lee Harvey Hartwood, Henry Leinonin, Bob Borasa en Johnny Mercury zijn duidelijk beïnvloed door Johnny Cash, Wayne Hancock en Hank III. Op het naamloze debuut, dat is geproduceerd door Brian Nelson (engineer van Nirvana's Lithium), staan tien nummers die in twee dagen op de band zijn geknald. Dat spettert ook duidelijk van het schijfje af. De vijf heren uit Seattle laten (h)eerlijke spontaniteit, geestdrift en improvisatiekunde horen.
Vanaf de eerste tonen van The Shivering Denizen gaat de band compleet los met een heel scala van akoestische en elektrische gitaren, banjo, staande bas en drums. Er wordt een feestje gebouwd met rechttoe-rechtaan outlawcountry, honky tonk en rockabilly. Ieder nummer eindigt op het kookpunt. Het geheel heeft een broeierige, authentieke sound. Een prettig rustpuntje is de pianoballad Humptulips. In nog geen half uur razen de heren door hun bezielende songs heen. Stoelen aan de kant en voetjes van de vloer. It's party time met de The Shivering Denizens. Wat een uitzonderlijk en intens debuut!





maandag 7 december 2009

Tony Denikos - Already Gone



Singer-songwriter Tony Denikos is geboren en opgegroeid in Baltimore. Hij is iemand die zich heeft toegelegd op het schrijven van radiovriendelijke countryrock en americana. Zijn liedjes laten duidelijk een invloed horen van John Fogerty, Lowel George, John Prine en Creedence Clearwater Revival. Voor zijn derde cd "Already Gone" kreeg Tony hulp van een aantal gerenommeerde muzikanten als Dave Roe (basgitaar), Dave Jacques (basgitaar), Phil Madeira (keyboard), Gantt Kushner (gitaar) en Timm Beiry (drummer).
De nieuwe schijf bestaat uit twaalf eigen composities met een uitgebreide mix van folk, americana en blues. De songteksten gaan over de dagelijkse dingen die om Denikos heen gebeuren. Norfolk Town, Ug & Googla, Auction Block en de tearjerker Broken Down Cowboys zijn prachtige liedjes, voorzien van een heerlijke upbeat. De songs laten een singer-songwriter horen uit de americanascene. Deze nummers vertonen duidelijk raakvlakken met het werk van Paul Simon, Lowel George en J.D. Souther. Gedreven en tergend is Denikos in de weer tijdens het akoestische Already Gone. Nobody Loves Her en Laurite zijn lekkere vette bluesnummers met het gitaarspel van een John Fogerty. Als bonustrack komt laatstgenoemde song in de herhaling. Hier krijgt Tony hulp van gitarist Warner E hodges van de legendarische band uit Tennessee Jason & the Scorchers, die ons van zijn vlijmscherpe spel laat genieten. Op zijn best is Denikos in melodieuze nummers die emoties en gevoelens uitstralen. Als dit je eerste kennismaking met Tony Denikos is, heeft hij met "Already Gone" zeker een aantrekkelijk visitekaartje afgeleverd.





zaterdag 5 december 2009

Matthew McCully - Matthew McCully & The Matter Of Principle



De Canadese nieuwkomer Matthew McCully presenteert ons op zijn debuut cd Matthew McCully And The Matter Of Principle een collectie mooi uitgevoerde eigen nummers, die tevens prachtig zijn gearrangeerd. Met minimale instrumentatie van o.a. banjo, trompet, piano en akoestische gitaar hebben de liedjes niet echt een meezingkarakter. De melodielijnen zijn experimenteel en mysterieus te noemen.
Alternatieve folkliedjes met ieder een eigen kracht die de aandacht van de luisteraar weten vast te houden.De kille productie van Joey Vantol maakt deze plaat niet het meest luistervriendelijke album, maar wel een debuut dat zeker een verslavende werking heeft. In Elephant Trainer en Swing wordt de luisteraar verrast door de vocale medewerking van Heide Windebank en Jenni Johnston. Het zijn dan ook de meest toegankelijke liedjes van de plaat, die een bezwerende stemming met zich meedraagt. Het debuut van Matthew Mccully klinkt dan misschien grillig en onvoorspelbaar, maar is zeker van ongekende schoonheid.