Bedankt dat je mijn blog heb bezocht. Om de lezer nog beter op de hoogte te houden ga ik regelmatig een Nieuwsbrief verzenden. Aanmelden voor de Nieuwsbrief via johan.schoenmakers@gmail.com

maandag 30 november 2009

Hope Horner - Shadow Of Me



Hope Horner uit Los Angeles is beïnvloed en geïnspireerd door singer-songwriters als Annie Lennox, Mary Chapin Carpenter, Sheryl Crow en Karen Carpenter. Ze is vijftien jaar bezig als songwriter als haar eerste cd met eigen materiaal verschijnt onder de titel "Shadow Of Me", een productie van Andy Scott. De titel reflecteert de donkere schaduwkant van mevrouw Horner, die voorwaar een fris geluid is in de immense vijver van Amerikaanse singer-songwriters. Zij heeft met dit album een aardig werkje afgeleverd dat een aantal luisteraars zal ongetwijfeld aanspreken. Horner begeleidt zichzelf op de akoestische gitaar. Producer en instrumentalist Andy Scott verzorgt de verdere inkleuring van de nummers.
De liedjes van Hope Horner vertonen duidelijke raakvlakken met folk, rock en country. Haar donkere altstem, die doet denken aan Annie Lennox of Amy Ray, komt het best naar voren in melancholische en sombere folkliedjes als One White Rose, Shadow Of Me en Sound Of The Broken Down. Nobody's Home is een catchy nummer met een vertrouwd geluid, voorzien van een Creedence Clearwater Revival rifje. Producer Andy Scott heeft op de overige songs gebruik gemaakt van een vollere, moderne sound, die de intensiteit van mevrouw Horner soms moet missen.

Slotconclusie voor deze cd: het gaat om goede songs, gebracht door een zangeres met een mooie en pure stem. De productie had wat directer en intiemer gemogen om aan zeggingskracht te winnen. Het wachten is hoe ze met een opvolger voor de dag zal komen of Hope Horner een blijvertje gaat worden.

zaterdag 28 november 2009

Khristian Mizzi - The Road Between



Soms komt een onbekende plaatselijke muzikant met zijn cd in de verdrukking door de stortvloed van platen die week na week uitkomt. Khristian Mizzi is één van die vele talentvolle zangers die je hierdoor over het hoofd zou kunnen zien. Zijn debuut-ep "The Road Between" stamt uit 2008. Een schijf en artiest die het verdienen om onder de aandacht gebracht te worden. De ep bevat een aantal ijzersterke singer-songwriterliedjes met een ingetogen vertellend karakter.
De Australische vertolker begeleidt zichzelf op de akoestische gitaar. Hij laat op "The Road Between" zowel zijn romantische als zijn cynische kant zien. De melancholieke liedjes worden incidenteel ondersteund door Jason Bunn op viool. Khristian onderscheidt zich duidelijk door persoonlijke en warme songs. Met zijn charmante stem laat hij zijn kwetsbare kant zien. Het stemmige vioolspel van Jason siert de ingetogen liedjes prachtig op. Ik hoop dat Khristian Mizzi met zijn "The Road Between" de weg naar de harten van de folk en singer-songwriterliefhebbers zal vinden.

vrijdag 27 november 2009

Steve Vaclavik - The Roof Needs More



Ik heb iets met Steve Vaclavik. Een muzikant uit Florida, die ooit vergeleken is met een oude comfortabele bank. Op het oog lijkt het niets, maar als je er eenmaal op zit wil je er niet meer van af. Je kunt dat eveneens van zijn liedjes zeggen. Steve begeleidt zichzelf op de akoestische gitaar en perst er op zijn tweede plaat “The Roof Needs More”met gemak elf eigen composities uit. De folk- en americanaliedjes komen bij de eerste beluistering soms wat eentonig over, vergelijkbaar met Bob Dylan in het begin van zijn carrière. De humoristische teksten van zijn drie minuten durende songs zijn essentieel. Hij wordt spaarzaam begeleid door Jody Gray op basgitaar en drums. De akoestische gitaar, mandoline, resonator en banjo neemt Vaclavik zelf voor zijn rekening. De minimale omlijsting geeft een spannend tintje aan zijn monotone nummers, die na langer luisteren helemaal niet zo alledaags klinken als aanvankelijk leek.


Nummers als Seperate Dreams, Sunrise of Gold, Run Mary, Pick Ourselves Up ademen de folky sfeer van Dylans Subterranean Homesick Blues. Op "The Roof Needs More" staan tevens ingetogen en meeslepende songs als het titelnummer van de ep, Autumn Rose en Dance Little Girl. Ik hoop niet dat ik een verkeerd beeld heb gegeven van The Roof Needs More. Deze troubadour laat zeker een eigen gezicht zien en horen op zijn nieuwe schijf. Het laatste album van Steve Vaclavik heeft door zijn eenvormige karakter iets spannends en zal daarom terdege bij de luisteraar opvallen.





donderdag 26 november 2009

Kevin Myers - Horse Shoe



Dit jaar is al menige cd met sterk singer-songwritermateriaal uitgebracht. Met "Horse Shoe" van de debuterende Texaan Kevin Myers zijn wij een verrassing rijker. Kevin, die muzikaal beïnvloed is door songschrijvers als Guy Clark en John Prine, zingt over het dagelijkse leven in Texas. Kevin Myers voelt zich als de koning te rijk als gitaarlegende Rich Brotherton aangeeft zijn debuut te willen produceren. Rich hanteerde tijdens de opnames tevens de elektrische gitaar, mandoline en banjo. Samen met Tom Van Schaik (drums), Marty Muse (steelgitaar) en Bill Whitbeck (basgitaar) weet Kevin Myers met zijn fantastische akoestische gitaarspel een ijzersterk geheel neer te zetten.
Als voortreffelijk zanger laat hij ons op zijn debuutcd liedjes horen, die je ongemerkt de hele dag zou lopen zingen en fluiten zoals Passport, Tangerine en Hot Dog Man's Best Friend. Ook melancholische ingetogen nummers als Horseshoe, Outlaw Ways en Baffin Bay zijn ijzersterke staaltjes van de singer-songwriter Myers. De arrangementen zijn over het algemeen akoestisch. Rich Brotherton laat hier en daar een stevige gitaarsolo horen. De tien zelfgeschreven liedjes hebben iets onweerstaanbaars. Ze nodigen je uit meermalen de cd te draaien. De belofte voor de toekomst Kevin Myers heeft dan ook met zijn debuut "Horse Shoe" voor een grote verrassing gezorgd.





woensdag 25 november 2009

Jake Armerding - Her



Op vijfjarige leeftijd leert de uit Boston afkomstige Jake Armerding viool spelen. Op latere leeftijd raakt hij steeds meer geïnteresseerd in bluegrass. Hij speelt viool op drie albums van de band Northern Lights. Het is verrassend te noemen als Jake in 2003 zijn debuutalbum uitbrengt met eigen folkpopliedjes. Die koers is hij altijd blijven varen en is ook terug te vinden op zijn nieuwe, inmiddels al weer vijfde schijf "Her".Deze plaat staat vol liefdesliedjes. Hij is duidelijk geïnspireerd door zijn geliefde met wie hij vorig jaar trouwde. De elf songs zijn live opgenomen in een boerderij. Armerding werd tijdens de opnames begeleid door gerenommeerde muzikanten als Zack Hickman (staande bas), Paul Bessenbacher (piano), Kevin Barry (electrische gitaar) en Mark Erelli (gitaar).
Jake Armerding brengt met zijn diepwarme stem intieme en aangename nummers als I Came Upon Some Love Today, The Weight Of You en The Coastline. Laatstgenoemd nummer wordt mede gedragen door de mooie vocale bijdragen van Rachael Davis. De overige acht gedegen nummers worden tevens prachtig ingekleurd door de bescheiden ritmesectie. Songs die de juiste rootssfeer ademen. De schitterende folkpop-melodieën blijven door de hoge kwaliteit in je hoofd hangen. Jake heeft, ondanks het gevoelige onderwerp, nergens gebruikt gemaakt van de traditionele clichés. "Her" is dan ook een geslaagd luistermoment dat ik graag over wil blijven doen.

http://www.jakearmerding.com




maandag 23 november 2009

The Mayhaws - Lonely Place



De "Mayhaw" is een zoetachtige bes die aan de stekelige hagendoorn groeit. Zo zoet als deze bes waarschijnlijk smaakt, klinkt de muziek van de gelijknamige band The Mayhaws. Het uit Florida afkomstige kwintet bestaat uit: Sharla June (zang, gitaar, banjo), Carrie Harnby (zang, dubbele bas, accordeon), Dave Leporati (zang, mandoline), Adam Straubinger (viool) en Deb Berlinger (drums, percussie). De kracht van The Mayhaws is het kundige songschrijven van Sharla, Carrie en Dave. Tevens nemen zij om de beurt de zangpartijen voor hun rekening. De samenzang en de harmonische partijen zijn om van te snoepen.
Liefhebbers van The Everly Brothers of The Louvin' Brothers zullen dan ook veel plezier beleven aan deze schijf. De melodieuze liedjes op "Lonely Places" zijn vol met invloeden van folk, honky-tonk, country en bluegrass. De prettige klanken van The Mayhaws voeren je mee naar de stekelige hagendoorn met die zoete vrucht. De veertien nummers hebben namelijk een zoet karakter, maar door de goede arrangementen en de sterke vocale en instrumentale kwaliteiten van het vijftal ontstaat er een pittige eigen sound. The Mayhaws weet de luisteraar met aanstekelijke zang en nummers aan zich te binden. Een uitstekende en gezellige plaat met vele eigen gezichten.

Roger & The Rockets - Walking Band



Ierse folkrock en vrolijke americana zijn de kernwoorden bij het beluisteren van de nieuwe cd van de Zweedse band Roger and the Rockets. Zanger en songschrijver Roger Häggstrom is wederom uitstekend in de weer. Voor de opvolger van het debuut "Unknown Man" heeft hij vijftig liedjes geschreven. Uiteindelijk zijn dertien songs op "Walking Band" verschenen. Het kwintet dat gebruik maakt van traditionele instrumenten zoals dobro, viool, mandoline en banjo produceert liedjes met lekkere, simpele en pakkende melodielijnen. De dijenkletser en opener van deze cd Walking Band heeft een raakvlak met het repertoire van de feestband The Levellers, terwijl nummers als Milk And Honey, Got To Go , So Lonely en Come On een stempel meedragen van Tom Petty en het vroegere werk van The Beatles. Roger is een verzamelaar van oude muziekinstrumenten.
Voor deze plaat heeft hij uit zijn verzameling een aantal authentieke instrumenten gebruikt, zoals een harpgitaar uit 1900 en een Gibson mandoline uit 1924. Voor de opname van de zangpartijen heeft hij incidenteel gebruik gemaakt van een microfoon uit 1930. Vele meezingers en meedeiners later staan er op "Walking Band" goddank ook een paar stripped songs. Op One United State en Don't Feel Sorry horen we de heer Häggström op een dobro uit 1930, prachtig ondersteund door Eskil Löveström op de trombone. Ik mis op deze schijf een diversiteit aan nummers. Vrolijk, huppelende americana en Ierse folkrock doen het altijd wel goed. Als je dit kunstje al een keer heb toegepast op je debuutcd begint het al snel herkenbaar te worden en kan de verveling op een gegeven moment toeslaan.Vooralsnog krijgt deze cd van Roger & the Rockets mijn goedkeuring door het aanstekelijke karakter. Als ik sterren uit zou delen, ging er direct eentje naar de authentieke hoesfoto die een marcherende en spelende band laat zien uit 1897.





The Dishevelled Gentlemen - Calling In Favours



In zes dagen, oftewel tachtig uur, heeft de Australische rockband The Dishevelled Gentlemen veertien songs opgenomen voor de debuut-cd "Calling In Favours". Het vijftal onder leiding van zanger en gitarist Daniel Howlett is duidelijk beïnvloed door Neil Young en The Rolling Stones. Producer Tim Johnston, bekend van zijn werk met Nick Cave, heeft een zorgvuldig gepolijst en uitgebalanceerd geluid weten neer te zetten. Op "Calling In Favours" verlenen tal van gastmuzikanten hun medewerking. Hierdoor heeft de cd ook een afwisselender geluid meegekregen. De cd bevat smerige rockers als Second Hand News, Call Your Name en Because Of You. Door de toevoeging van een blazerssectie wordt het vurige Bus Stop in een souljasje gestoken. De semi-akoestische nummers One More Time en A Heavy Heart zijn frisse countryliedjes, mede door Paul Thomas op pedal Steel en zangeres Lilith Lane met haar ijl gegalm á la Kate Bush.
Bay Of Booze heeft overduidelijk een raakvlak met Neil Young & Crazy Horse. De texmex-song Freewill is de verrassing en uitschieter van de cd. Dit debuut is niet allemaal rozegeur en maneschijn. Liedjes als State Of Emergy, How We Arrived en New Faces zijn nummers die niet blijven hangen. Zanger Daniel Howlett zingt soms op een overdreven manier als Mick Jagger, Robert Smith en Marc Bolan. Ik heb absoluut niets tegen de betreffende heren, maar op deze cd komt het behoorlijk storend over. "Calling In Favours" van The Dishevelled Gentlemen is een plaat met vele lekker rockende momenten met uitstekende songs. Helaas zakt het hoge niveau nog te vaak in.

zondag 22 november 2009

Marshall Drew - A Million Different Shades

Marshall Drew uit Clarksdale, Mississippi, was vijf jaar, toen hij de eerste klanken produceerde op zijn akoestische gitaar. Op zijn achtste had hij al een nummer geschreven. Het heeft nog tot zijn vijfentwintigste geduurd voordat Marshall Drew zijn debuutcd "A Million Different Shades" uitbracht. Hij is duidelijk beïnvloed door Bob Dylan, The Byrds, Tom Petty, Bruce Springsteen en Neil Young. Het is een plaat die vol staat met fris klinkende muziek die uitermate herkenbaar aandoet. Op zijn debuut-cd kreeg Marshall hulp van Jesse Scheider (gitaar), Walt Busby (gitaar), Richard Crisman (basgitaar) en Tommy Hubbard (drums).

Bij de beluistering van de folkrockliedjes kreeg ik flashbacks, die mij deden terugdenken aan vervlogen tijden van The Byrds. De Gretsch-gitaar speelt in deze liedjes een dominerende rol. Nummers als de folkrock meedeiners Further Down The Road en A Million Different Times zijn op het lijf geschreven van Bruce Springsteen. When Tomorrow Comes heeft een uiterst trage opbouw en houdt de spanning tot het eind erin. De talentvolle Marshall Drew schrijft pakkende songs, die zich meteen nestelen in je hersenpan. "A Million Different Shades" is dan ook een album, dat je na beluistering niet snel zal vergeten. Verwacht geen verrassende en vernieuwende klanken. Herkenbaarheid en back to the roots staan voorop.




vrijdag 20 november 2009

Venice - Electric, Live And Amplified



Venice is een groep muzikanten, die herinneringen oproept aan de 'Good Old Days' van Woodstock en de Southern California muziek. De hemels mooie harmonieën en pakkende liedjes zijn een paar sterke punten. De meeste nummers worden door Kip, Mark, Michael en Pat Lennon zelf geschreven. Singer-songwriter John Vester heeft ook een aantal teksten geschreven voor de band. Vanaf 1990 brengt Venice met enig regelmatig nieuwe cd's uit. De vier heren zijn erg populair in Nederland. De terugkerende theatertournee van Venice wordt door de fans en de vele overige muziekliefhebbers zeer goed bezocht. Akoestische en elektrische versterkte shows wisselen elkaar af. De kleine, knusse zalen worden door de Lennons zeker niet vergeten. In het voorjaar van dit jaar waren zij voor een aantal concerten terug in Nederland. De shows in Arnhem, Deventer, Zoetermeer, Amsterdam en Breda lieten een lekker stevig rockende groep zien en horen. Goede vriend en bassist Mark Harris, toetsenist Nick Bult en drummer Jamie Wollum complementeerden de band.
Van deze shows zijn opnamen gemaakt. Dit resulteert in de pas uitgekomen live-cd "Electric, Live And Amplified". Een uniek document voor de fans, maar ook voor de nieuwkomers. De hoes ziet er uitermate fameus uit. Ik was daarom benieuwd wat de band mij zou brengen. Het spettert aan alle kanten je speakerboxen uit. Wat een grootse en strakke sound! De vier heren hebben er overduidelijk plezier in. De basis zijn de elektrische gitaren van Michael en Pat Lennon. Kip en Mark nemen afwisselend de vocalen voor hun rekening. Er wordt op deze live-cd, die vijftien nummers telt, veelal geput uit het ouder materiaal.The Water, Bleeding, Circus In Town en My Woman zijn de vier openingsknallen van dit zilveren schijfje. Venice wordt soms verweten zoetsappig te zijn. Het tegendeel bewijzen de Lennons op deze live-cd. Je hoort een groep geïnspireerde en uiterst gemotiveerde muzikanten bezig. De cd bevat tevens een nieuw rockend nummer High So High. Baby's Calling wordt voorzien van een loeiharde solo van Michael. Op One Quiet Day is de interactie tussen de groep en het publiek duidelijk te horen. De enige hit van de band Think Again mag uiteraard niet ontbreken. Één van de hoogtepunten van deze schijf is natuurlijk All My Life. Het nummer is afkomstig van de naamloze debuut-lp en wordt tijdens de show omgeven met een aantal welbekende covers zoals, I still haven't found what I am Looking for (U2) en Oh well (Fleetwood Mac). Het pakkende slotnummer If I Were You laat Venice horen op zijn best. Sprankelend, meeslepend en met sublieme harmonieën. Het speelplezier staat voorop bij deze partyband. Een feest wordt het als je Venice ziet en hoort. Een knaller van een live rock-cd met een prachtig gemixt geluid.

Venice is momenteel op tournee door Nederland. De band is nog te zien in:
Maandag 23 november : De Oosterpoort, Groningen
Dinsdag 24 november : Theater aan de parade, Den Bosch
Woensdag 25 november: Zaantheater, Zaandam
Vrijdag 27 november : De Vereeniging, Nijmegen
Zaterdag 28 november : Watt, Rotterdam

Ditmaal treedt Venice op in een akoestische setting, gezeten in een knusse huiskamer. Ik zou zeggen: probeer nog een kaartje te bemachtigen voor één van de bovenstaande shows. Laat de mooie songs en de harmonieën over je heenkomen. Deze live-cd en tevens andere cd's zijn daar ook te koop.





Andrew Petersen - The Universe And It's Sense Of Humour



De muzikale verrassingen blijven nog steeds binnenstromen. Wij proberen je er steeds toe te bewegen de cd's te gaan beluisteren en ze vervolgens aan te schaffen. "The Universe And It's Sense Of Humour’ van Andrew Petersen hoef je niet vooraf te luisteren. Deze cd kun je meteen kopen.

Zeven jaar is hij bandleider en songschrijver geweest van de band Shutterspeed uit Brisbane, Australië. De debuut-lp "Hill Street Views" kreeg zelfs vier sterren van het muziekblad The Rolling Stone. Uiteindelijk wilde Andrew Petersen op eigen benen staan. Zijn debuut-cd is een missie van twee jaar, die hij samen met producer Ian Thomson zorgvuldig en succesvol heeft volbracht. Tijdens de opnames kreeg Andrew hulp van gastmuzikanten als Sean Bower (basgitaar), Robert Adamson (orgel), Mike Flanders (pedal steel) en Phil User (drums). Met een stem die je doet denken aan Bob Seger weet Andrew zijn folk- en powerpopliedjes maximaal in te kleuren. Producer Ian Thompson heeft zich goed van zijn taak gekweten. De cd heeft zowel een subtiel en kaal geluid als een volle sound . Multi-instrumentalist Petersen laat de luisteraar genieten van mooie, rustieke momenten in nummers als I Just Thought You Should Know, The Smallest Of Merces en Bleeding Heart. Een behoorlijk aangedikt orgel- en gitaargeluid is aanwezig in A River Near Here, I'll Come Running en It Get's That Way. De enige cover van de cd is Soul Deep, bekend van de jaren-zestigband The Box Tops. Petersen weet het nummer moeiteloos om te zetten naar een krachtig, soulful statement. Dit swingt compleet de pan uit.
De cd van Andrew Petersen moest van ver komen, helemaal uit Australië. Het heeft daarna drie maanden geduurd voordat deze mij bereikte door een verkeerd genoteerd huisnummer. Na beluistering kan ik zeggen dat het wachten meer dan waard is geweest. Het schrijven van prachtige nummers zit hem duidelijk in het bloed. Het is dan ook één van de grote talenten van Andrew Petersen. Zolang ik niet verveeld dreigt te raken, mag Andrew alvast een nieuwe envelop klaarleggen met het juiste adres om zijn volgende cd naar mij op te sturen.





James Clark Jones - Dispatch From Purgatory



Je zou de Canadese singer-songwriter James Clark Jones een filosoof en grapjas kunnen noemen. Zijn nieuwe cd wordt geleverd met een kaartje waarop staat geschreven: ‘Ik had de top van een berg beklommen en keek over het landschap. Toen dacht ik: Is dit het nu, is dit alles wat er nog over is? Ik werd verdrietig, totdat ik besefte dat ik de verkeerde berg had beklommen’. "Dispatch from Purgatory" is Jones vierde cd. De artiest in kwestie is een druk baasje. Zijn derde schijf "Vibewrangler Sessions" werd eerder dit jaar uitgebracht. Hij is van oorsprong Schot, maar is inmiddels verhuisd naar Ontario, Canada. Hij is een liedjesschrijver en performer met het hart op de juiste plaats.
Zijn nieuwe plaat is opgenomen in het Amerikaanse Oakland. De heer Jones kreeg incidenteel hulp van Roman Tome (percussie) en Brian Kobayakawa (akoestische basgitaar). James Clark Jones begeleidt zijn wereldnummers op akoestische en elektrische gitaar. De sound heeft hij uiterst miniem weten te houden. Deze plaat is een welkome verrassing voor de liefhebbers van emotioneel oprechte ballads (Better Days, The Last Martini en Look At You). "Dispatch From Purgatory" vervolgt zijn weg via het geraffineerde Straight A's Blues naar de swing in The Years Away From You. De jazz wordt niet overgeslagen in het lekkere luie Wonder terwijl de cd wordt afgesloten met grommende bluesswing in Waiting For The Phone. James Clark Jones zingt als een gedreven Cat Stevens. Zijn gitaarspel heeft het vurige van Leon Redbone. "Dispatch From Purgatory" is een verdraaid aangenaam plaatje met ongepolijste pareltjes.




woensdag 18 november 2009

The Wanderkind - The Wanderkind



The Wanderkind is Alicia Viani en Jeff Cramer uit Portland, Orlando. Een duo dat toevallig is ontstaan. Alicia en Jeff aten in een klein plaatselijk café en vonden de ambiance prachtig. "Wat zou het mooi zijn om hier een keer op treden", zeiden zij tegen elkaar. De café-eigenaar hoorde dit en vertelde dat in de hoek van het café twee akoestische gitaren stonden. Bij de eerste tonen sloeg de vonk direct over. Het was de eigenaar die het ‘concert’ van het duo na twee uur moest stoppen vanwege sluitingstijd van zijn café. Uiteindelijk speelden Alicia en Jeff daar ieder weekend. Na een aantal maanden besloten zij een paar eigen composities op te nemen in de Kung Fu Bakery Studio's.
Als The Wanderkind is onlangs de eerste cd verschenen met daarop acht nummers. Composities die stuk voor stuk thuishoren in de folkmuziek. Alicia beschikt over een warme stem met een rauw randje. Jeff daarentegen is de lieflijke tegenpool met een zoete stem à la Paul Simon. Twee stemmen die schitterend harmoniëren. De finger-pick begeleiding op de akoestische gitaren geeft het geheel een ouderwetse sound mee. Intimiteit staat hoog in het vaandel van deze twee topmuzikanten. De acht folkliedjes zijn in vijf uur opgenomen en klinken erg spontaan. Naast zes eigen nummers staan op The Wanderkind tevens twee covers. Het tedere Roll 'Em Easy (Lowell George) en het ingetogen uitgevoerde My Bucket's Got A Hole In It (Hank Williams jr) met prachtige samenzang van het duo complementeren het geheel. The Wanderkind is een uitstekend traditioneel folkalbum geworden. Het laat zien hoe groot de chemie is tussen deze twee mensen.




Dan Fester - A Few Songs For A Few Friends


Hij is pas 21, maar heeft al zijn vierde cd uit. Dan Fester noemt zichzelf een one-man coverband. Nummers van Johnny Cash, Lynyrd Skynyrd tot aan Lil Wayne weet hij moeiteloos te vertolken met begeleiding van zijn akoestische gitaar. Eind vorig jaar vertrok hij uit Las Vegas om zich in Nashville te vestigen. Dat bleek toch iets moeilijker dan Fester had verwacht. Van het artiestenloontje kan je meestal niet rondkomen. Daarom is hij veelvuldig te zien en te horen in plaatselijke cafe's.
Op zijn vierde cd "A Few Songs For A Few Friends", gevuld met eigen composities, schetst Dan Fester een beklemmende atmosfeer. Met zijn schurende stem en venijnige gitaarspel verrast hij ons op de blues in Sunday Morning Blues, terwijl Meant To Be Alone en Homeward Bound echte singer-songwritersongs zijn. Bedrieglijk lieflijk klinkt Dan vervolgens in de folkliedjes Seems Like Love To Me, Like A Ghost en Stay With Me. Het zijn stuk voor stuk boeiend uitgevoerde nummers. Vol hoop en vraagtekens begeleidt hij zichzelf op de piano tijdens Annie, Where Are You Sleeping Tonight en I Won't Ever See Daylight Again. "A Few songs For A Few Friends" is donker en meeslepend. De rode lijn op de cd zijn de vrouwen, over wie Dan Fester zingt. Begeleid door een akoestische gitaar of wat incidentele piano-akkoorden klinken de tien nummers uiterst sober en intiem, maar zeker ook bloedmooi.





The Barrow Boys - The Barrow Boys



Als ik buiten om mij heen kijk, zie ik nog veel bomen met groene bladeren. Een vreemde gewaarwording voor deze tijd van het jaar. Thuisgekomen zet ik maar de cd van The Barrow Boys op. De heren Troy Junge (zang en ritmegitaar), Aaron Lewis (leadgitaar) en Todd Pruson (basgitaar) hebben samen met producer Bruce Bennett in drie dagen dit debuutalbum met negen nummers opgenomen. Je wordt op deze naamloze cd getrakteerd op een mix van country (Johnny Cash), surf (The Ventures) en altcountry (Son Volt).
De cd zou ook als staalkaart kunnen dienen voor een maatschappij die deze plaat groots wil uitbrengen. Van de genres country, surf en altcountry zijn namelijk elk drie liedjes opgenomen. Troy, Aaron en Todd zijn een stel rasmuzikanten. De verschillende stijlen in hun muzikale pakket gaan ze dan ook gemakkelijk af. Tijdens de live-shows van The Barrow Boys brengen zij vele countrycovers. Van George Jones, Buck Owens tot aan Willie Nelson. Voor 2010 zijn er plannen gemaakt om in Europa een aantal concerten te geven. Een tweede ep staat tevens op stapel voor release in de zomer van het nieuwe jaar. Dan hoop ik wel op een iets consistenter geheel. Luisterend naar de muziek van The Barrow Boys waan je je in een luidruchtig café.



dinsdag 17 november 2009

Geoff Muldaur & The Texas Sheiks


Waarom toch de naam Texas Sheiks? Deze vraag krijgt rootslegende Geoff Muldaur regelmatig voorgelegd als zijn twintiger-jarenproject Geoff Muldaur and The Texas Sheiks ter sprake komt. Om meer duidelijkheid te krijgen verwijs ik je naar de link onder aan deze recensie. Begin 2008 namen Geoff Muldaur en producer Roger Kasle het besluit om Stephen Bruton, die op dat moment in gevecht was met kanker, een hart onder de riem te steken met een project dat gericht was op de traditionele muzikale rootswereld. Van de oude bluesgiganten tot aan de akoestische muziek uit het diepe zuiden van Missisippi, Louisiana en Texas. Steeds met Stephen Bruton in de hoofdrol. Door hem te laten doen waar hij goed in is, namelijk muziek maken, wilden Geoff en Roger Bruton uit zijn isolement te halen. Gewoon lekkere old timey en bluesmuziek spelen. Vele vrienden van Bruton zegden hun medewerking toe aan dit unieke evenement, zoals Cindy Cashdollar, Johnny Nicholas, Suzy Thompson, Bruce Hughes en gast-sheiks Jim Kweskin, Floyd Domino en Damien Lianes.
De opnames vonden plaats in Austin, Texas. Er waren regelmatig momenten dat Stephen te ziek was om mee te spelen. Hoe ongedwongen de opnamen waren valt duidelijk te horen op de cd van de Texas Sheiks. Grommend en knauwend geven de zangers Geoff Muldaur en Johnny Nicholson de twintiger-jarenliedjes kleur. Traditionele stringbandmuziek, de blues, maar ook de Texas-swing mocht op deze cd niet ontbreken. De Texas Sheiks klinken zo authentiek als het maar kan. Of het nu Travelling Riverside (Robert Johnson), Fan It (frankie Jason) of het traditionele Don't Sell It, Don't Give It Away is, deze groep muzikanten geeft samen met Stephen een visitekaartje af waar menig old-timey of bluesartiest zijn pet voor af neemt. De chemie tussen de muzikanten is magisch. In alle nummers spat het speelplezier er van af. Dit was het laatste muzikale project waar Stephen Bruton aan meewerkte en kon afmaken. T-Bone Burnett laat ons nog weten: Geoff Muldaur and his virtuosic band of friends, my great and lifelong friend Stephen Bruton among them, have filled this music with history. A beautiful record by any measure.” Tja, wie ben ik dan nog om er verder nog iets over te zeggen? Schaf deze cd aan. Om terug te gaan naar de roots of om nog één keer te genieten van Brutons schitterende muzikale bijdragen.





zondag 15 november 2009

The Trapps - Cheap Seats



De naam The Trapps lijkt eenvoudig te zijn gekozen. De leden van deze band komen uit New Paltz, New York. In de buurt van hun woonplaats ligt de Shawangunk Mountain Range, een bekend gebied voor bergbeklimmers, die vaak improviserend hun koers naar boven uitzetten. Een riskante onderneming, zo probeert de groep met de naam duidelijk te maken. Sean Schenker (zang en gitaar), Jason Sarubbi (zang, staande bas en elektrische gitaar), Warren Gold (slide en leadgitaar) en Seth Moutal (zang, drums) formeerden The Trapps in de winter van 2003. De roots van de vier heren zijn geworteld in de americana, folk en rock ’n roll. Het debuut "Good Luck Or Goodbye" (2006) wordt gevolgd door het zojuist uitgekomen "Cheap Seats". Voor deze nieuwe plaat werd een beroep gedaan op een aantal gastmuzikanten. Jeremy Lawton (pedal steel, dobro, orgel en piano) Tracy Bonham (viool) en Stuart Breed (tamboerijn) zorgen voor een vol en afwisselend geluid. De stem van Sean Schenker heeft een treffende overeenkomst met die van zanger Phil Collins van Genesis. De twaalf composities van Schenker zijn stuk voor stuk juweeltjes. Het zijn teksten die mij na aan het hart liggen. Verhalen over geboorte, liefde en dood passeren de revue.
Overstuurde gitaren, prachtige harmonieën en ingenieuze songs die op uiterst emotionele wijze worden gezongen zijn de kenmerken van de nieuwe cd. De hooggekwalificeerd uitgevoerde nummers zijn te omschrijven als een mix van Jayhawks, Black Crowes en Wilco. Koude rillingen zijn er in de nummers Never Quint, The Return en de titelsong van deze cd. Donker en relaxt van toonzetting, ondersteund door machtig mooie samenzang van de vier heren. Het zijn de sterkste punten van The Trapps. Een gastrol is weggelegd voor Tracy Bonham met haar opzwepend vioolspel in Too Late To Play Games. Op "Cheap Seats" is de altcountry verweven in americana en folkrock. De cd laat een band horen met verrassende contrasten in de sound. Van experimenteel en emotioneel tot aan een simpel akoestisch folkliedje. Een heerlijke en mooie cd die ik aan kan bevelen aan elke rechtgeaarde muziekliefhebber. Ga zelf eens op ontdekkingsreis. Beklim samen met The Trapps de toppen van de bergen in New Paltz.

The Black Flies - Middle Of The Night



Voor mij staat het luisterrijk geheel voorop als ik een cd ontvang van artiesten. De verpakking neem ik soms maar voor lief. Het is de muziek die telt, zal ook The Black Flies uit Ontario in Canada hebben gedacht. De cd zit namelijk los in een opgevouwd kartonnen velletje. Mooi geïllustreerd met een schitterende potloodtekening van Kerri Michalica. The Black Flies is opgericht in 2007 door de zangers en gitaristen Jereme Vokey en Nathanial Goold. Aangevuld met basgitarist Jay Forhan en drummer Chris Chudobiak heeft de band na een half jaar touren door Canada besloten een cd op te nemen. Als producer werd Dean Malton uitgekozen. Dat het debuut "The Road Ahead" de band geen windeieren heeft gelegd, werd duidelijk toen zij in Canada werden uitverkozen als Beste Groep van 2009. Een successtory moet je niet veranderen. Daarom is Dean Malton wederom aangetrokken als producer van de nieuwe cd "Middle Of The Night".
Of de band met deze cd opnieuw in de prijzen belandt, valt nog te bezien. "Middle Of The Night" laat je een aantal semi-akoestische folkrocksongs horen afgewisseld met "recht door het midden" rocksongs. Het wat rustiger akoestisch en elektrische gedeelte bevat met Count Your Money, Middle Of The Night, Warm Bright Heart en Blue Eyes One juweeltjes van composities en hemelse samenzang van de vier zwarte vliegen. Het afsluitende Blue Eyes One heeft met hulp van Patrick Fortney op pedal steel raakvlakken met Gram Parsons en het zoete van de Everly Brothers. Voor het overige van de cd slaan de zwarte vliegen in rocksongs als Already Intended, I Know Why, Wake Up en Sacrifice compleet los zoals R.E.M. en Pearl Jam dat ook zo goed kunnen. De liedjes doen mij weinig. Er slaat zeker geen vonk over. Dat is heel jammer, want de overige nummers verraden dat The Black Flies het wel in zich heeft een consistent geheel af te leveren. Er wordt alleen nog getracht teveel muzikale oortjes te plezieren. De jongens hebben hard aan dit album gewerkt en dat waardeer ik ook. De cd grijpt mij op te weinig momenten naar de keel. Dat wil niet zeggen dat "Middle Of The Night" een matige cd zou zijn. Gelukkig mogen we allemaal onze eigen muzikale voorkeuren koesteren.

Ernest Troost - Resurrection Blues



Het repertoire van de uit Californië afkomstige Ernest Troost wordt vaak omschreven als een mix van Bob Dylan, Dave Alvin en Richard Thompson. Afkomstig uit de jazz en het big band circuit heeft Troost zich al snel de folk en blues aangeleerd. Ernest is tevens een begenadigd schrijver van filmmuziek, zoals "Homefront" met Tatum O'Neal en "Beat" met Courtney Love en Kiefer Sutherland. "Resurrection Blues" is de opvolger van "All The Boats Are Gonna Rise" uit 2004. Deze tweede cd heeft een duidelijke aanwezigheid van folk, maar de blues overheerst toch op het overgrote deel van de nummers.
Zijn stem verraadt een invloed van Ry Cooder. De liedjes gaan over passie, de verloren liefde en donkere karakteristieke figuren. Hij weet uiterst zorgzaam de aandacht van de luisteraar te vestigen op zijn liedjes door een ultiem en subtiel geluid. Met spaarzame begeleiding van zijn akoestische gitaar, banjo en accordeon , Richard Green (fiddle), Scott Higgins (hi-hat, tamboerijn) en zangeres Nicole Gordon brengt Ernest met veel emotie de folk in Sad Dog Blues, Doubtin Blues en Dark Days. Het laatstgenoemde nummer heeft duidelijke raakvlakken met Gram Parsons en Emmylou Harris. De bloedmooie samenzang tussen Ernest en Nicole bezorgen je koude rillingen over je hele lijf. Maar het zijn de opwindende en meeslepende bluesnummers die deze cd dragen. Als finger picker beroert Troost met veel expressie zijn akoestische gitaar in Switchblade Heart, de footstomping Hellbound en het titelnummer van de cd. Met steun van de zangeressen Nicole Gordon, Lorie Doswell, Lauren Adams en Scott Higgins op tamboerijn bezingt Ernest op melancholische toon de gospel in Lonesome Gospel Blues. Een lekkerder afsluiting kan ik mij bijna niet voorstellen van een album, dat een ijzersterke combinatie van folk en blues bevat. Ernest Troost laat je met zijn soms grove stem en uitstekend gitaarspel veertig minuten lang genieten van ijzingwekkend mooie composities met schitterende realistische teksten.

zaterdag 14 november 2009

Steve Brown & The Bailers - How Things Start



Acte de présence geven vijf muzikanten uit Alaska. Door een toevallige ontmoeting tussen Steve Brown en gitarist Robin Feinman kwam van het één het ander. Binnen de kortste keren waren ze aan het jammen. Todd Denick (staande bass) voegde zich bij het tweetal. Als trio traden ze op in coffeeshops en festivals. Matt Johnson (mandoline) en Kliff Hopson (drums) maakten het plaatje compleet. Als Steve Brown & the Bailers hebben ze in de 10th Planet Studios in Fairbank, Alaska, met producer Pat Fitgerald de debuut-cd "How Things Start" opgenomen.



De twaalf door Steve Brown geschreven composities klinken als een mix van akoestische folk en rockabilly. Of zoals de band zelf het genre noemt: folkabilly. De gedrevenheid die het vijftal tentoonspreidt is van uitzonderlijke klasse. De composities zijn onnavolgbaar en van uitstekende kwaliteit. De stemmen van Steve en Robin worden in ieder nummer schitterend in elkaar gevlochten. Of het nu de door Steve Earle beïnvloede liedjes Just A Little Luck en Mississippi Mud zijn dan wel de rustieke momenten in het kaal gehouden You've Got Everything en de country tearjacker Blindfold, de liedjes spetteren van het zilveren schijfje af. De perfecte voorbeelden van de folkabilly van Steve Brown and The Bailers zijn Hell To Pay en Addicted. Spannende nummers met in de schijnwerpers Todd Denick (staande bas). Er is tevens ruimte opengehouden om eens lekker te jammen en uit je dak te gaan. Op "How Things Start" wordt de luisteraar 35 minuten lang meegesleurd met de liedjes, doordrenkt met de folkabilly. Als je de cd eenmaal gehoord hebt, wordt het uiterst moeilijk om die nog weer los te laten.




vrijdag 13 november 2009

Bob David Bell - Sit Down Next To Me



Wij vervolgen onze zoektocht naar het onmiskenbare muzikale talent van onbekende plaatselijke grootheden. De Schot Bob David Bell valt vrijwel direct op. Na zijn debuut-cd The Hard Road uit 2007 laat hij ons op zijn tweede album "Sit Down Next To Me" tien nieuwe akoestische folk- en popsongs horen. Wat meteen opvalt is de hoge stem van Bob. Zijn teksten gaan meestal over alledaagse beslommeringen zoals die in ieder leven voorkomen. Hij weet mij op dezelfde manier te raken als Crowded House of Squeeze. Het zijn luchtige nummers die na de eerste beluistering blijven hangen en je zelfs laten meeneuriën.



Bob David Bell geeft de luisteraar op zijn toegankelijke cd een kijkje in zijn fleurige leven. Met een glimlach staat hij in het leven in nummers als Make Somebody Smile en Smiles in the Morning. Een serieus onderwerp als in Open Heart Surgery gaat Bob ook niet uit de weg. Het zijn nummers waar songsmid Neil Finn jaloers op zou zijn. Er lijkt niets mis met dit album, met uitzondering dan van het vluchtige niemendalletje Free To Go dat de plank behoorlijk misslaat. Voor het overige is "Sit Down Next To Me" een heerlijke frisse schijf. Zo’n plaat die je, nu de bladeren vallen, vol weemoed doet terugverlangen naar de zomer.

donderdag 12 november 2009

Orpheum Bell - Pearls



Dit jaar staat bol van de mooie singer-songwriter produkties en altcountry cd's. Gelukkig verschijnen er ook regelmatig afwijkende cd's. De tweede cd van Orpheum Bell "Pearls" moet in dit verband zeker genoemd worden. De sterke troef van de band is zanger Aaron Klein met dat grommende en krassende van Tom Waits in zijn stem. Ook het repertoire van Orpheum Bell ligt ietwat in het verlengde van de heer Waits. Het zestal uit Ann Arbor, Michigan, brengt een mix van folk, country, jazz en Balkanmuziek. Muziek die perfect is als achtergrond in een stomme film.



In het jazzy titelnummer gromt Klein dat de wereld vol is met parels. Was het maar waar. Met Laurel Premo in de hoofdrol en de dames Crawford en Hodnefield voor de doowop-koortjes wordt in Local Boy een authentiek vijftiger-jarengeluid geschapen. De vrolijke, meeslepende zigeunermuziek in de instrumentale nummers Luna Pier en Money From Another Town laten je uit je stoel opveren. Maar in Don't Let On, dat invloeden vertoont van The Handsome Family zet je duidelijk weer terug op aarde. De mix van de Hongaarse muziek met folk is verbazingwekkend goed te noemen en zeker verrassend. Voor muziekhebbers die eens iets anders willen dan de tradionele folk, altcountry of americana is "Pearls" van Orpheum Bell een uitermate leuk alternatief.

woensdag 11 november 2009

Leon Brock - Ordinary People



19 april 2008. Voor veel Nederlandse altcountry-liefhebbers en Delftenaren een memorabele datum. Op die dag trok singer-songwriter en bandleider Leon Brock van de Nederlandse band The Red Sea Sharks na achttien jaar de stekker uit de altcountry band. Leon is hierna met zijn camper gaan reizen door Amerika. Van zijn belevenissen maakte hij zorgvuldig een dagboekverslag. Thuisgekomen begon hij deze teksten te bewerken en vorm te geven. Hij pakte hierbij zijn akoestische gitaar en schreef melodielijnen die geworteld zijn in de americana en de countryrock. Brocks eerste solo cd "Ordinairy People" is in één opnamedag in de GW Studios in Delft tot stand gekomen. Met spaarzame begeleiding van Martin Vermeer (contrabas) en Guus Westdorp (piano). Het resultaat mag er zijn. Leon creëert op "Ordinary People" een intiem folksfeertje. Hij laat je kennis maken met enkele Amerikanen en met zijn eigen ervaringen. Diverse karakteristieke figuren verschijnen ten tonele. Achter iedere individu zit een ander verleden.

Leon zingt met een ietwat dissonante stem, die duidelijke beïnvloeding door Neil Young verraadt. Met Guus op piano zingt Leon in Through The Eyes Of A Boy met een brok in zijn keel over zijn belevenissen. Prachtige sfeerbeelden, ondersteund door mooie rustige melodieën. De vlam gaat daadwerkelijk in de pan in Temperature Control met daarin een gastoptreden van Ad Vermeer (mandoline) en Angelique Boel (cello). "Ordinary People" is een gevarieerde en erg interessante plaat geworden. Gekluisterd aan je stoel blijf je zitten luisteren naar de schitterende anekdotes van de heer Brock. Dan McEvan (ex-bassist van Evan Johns & his H-Bombs) heeft Leon geholpen om de realistische teksten zo goed mogelijk naar het Engels te vertalen. God Leon, wat heb jij een boeiende cd gemaakt. Een echt singer-songwriter album dat ook interessant is voor menig Amerikaan. Liefhebbers van Neil Young en Townes Van Zandt, hou deze man in de gaten. Beluister zijn liedjes en schaf zijn cd aan.

De cd-presentatie van Ordinary People is op zondag 15 november a.s. vanaf 16.30 in Café de Klok aan de Oude Delft in Delft. Leon Brock zal deze presentatie kleur geven door een aantal van deze liedjes live te brengen.

Om de CD te bestellen: stuur een email naar leonbrock@hotmail.com en je krijgt info hoe je de cd in huis krijgt. kosten 10 euro + verzendkosten (ca. 1 euro).





dinsdag 10 november 2009

Majors Junction - Good VS Evil




Uit Chicago komt een band die in de country, bluegrass en folk maar ook met rockabilly liedjes uitstekend tot zijn recht komt. Majors Junction is vanaf 2003 aktief in het muziekwereldje. De groep wordt gevormd door het echtpaar Mike Mulcahy en Heather O'Brien, die met hun stemmen de band een hartverwarmend geluid meegeven. Mike schrijft grotendeels de liedjes zelf. Kiley O'Brien, de zus van Heather, neemt de schitterende harmonieën voor haar rekening. Ira Sussman (staande bass) Colin Williams (drums) en Matt Gaandurski (gitaar) complementeren een groep, die door de positieve bijval tijdens concerten besluit om in het eerste jaar van het bestaan meteen al een debuut-cd op te nemen, met als titel "A Desert Oases". Drie jaar later volgt "Confluence". Het album krijgt in Amerika veelbelovende recensies. De cd staat vol nummers, die variëren van uptempo rocksongs tot aan prachtige countryballads.

Op "Good Versus Evil", dat een paar maanden geleden uitkwam, blijkt de muzikale progressie verder toegenomen. Johnny Cash viert hoogtij in liedjes als The Truth, Soft Rain, My Baby's Gone en I Still Want Her Back. Mulcahy's stemgeluid is duidelijk beïnvloed door de heer Cash. De semi-akoestische countryrocker Asteroid 1950 en het rustpuntje Good Versus Evil met een hoofdrol voor Allie Kral op viool zorgen voor de broodnodige afwisseling, maar er had meer van die momenten op de cd mogen staan. "Good Versus Evil" zit muzikaal goed in elkaar. De nummers blijven na een aantal beluisteringen zeker hangen, maar er wordt te weinig met Mike's opvallende stemgeluid gedaan.

www.myspace.com/majorsjunction

www.cdbaby.com/cd/majorsjunction3



maandag 9 november 2009

Brown Bird - The Devil Dancing



We mogen ons weer gelukkig prijzen. In vijf jaar tijd heeft Brown Bird alweer zijn vierde cd uitgebracht genaamd "The Devil Dancing". Nog steeds floreert de eigenzinnige David Lamb als zanger met zijn diep en donkere klanken. David heeft met zijn band op deze tweede schijf voor Peapod Recordings gekozen voor iets meer toegankelijkheid in de liedjes van Brown Bird. Opgenomen in de Hogfarm Studios in Biddeford en Peapod Record Studio in Portland heeft men samen met engineer Ron Harrity gezocht naar een gevarieërder geluid. De toevoeging van Micah Blue Smaldone op staande bas aan het al bekende geluid is een opmerkelijke, maar uitstekende keuze. Hierdoor zijn de folknummers doorspekt met jazz-invloeden denkend aan Tom Waits. Jeremy Robinson die zich herhaaldelijk op de accordion manifesteert laat de band de folk vermengen met de Klezmermuziek.
De donkere en Low-fi sound op voorgaande cd's is ingeruild voor een pakkend en voller geluid. Deze vierde schijf bevat naast de nodige capriolen van David Lamb ook liedjes met violiste/vocaliste Morgan Eve Swain en Jerush Robinson op de cello in de hoofdrollen. Mike Samos op de dobro en lapsteel zorgt voor de nodige altcountry in de songs. Deze cd heeft iets broeiends en vasthoudends. Ontegenzeggelijk mooie sfeervolle folkliedjes afgewisseld met de nodige andere muzikale stijlen. David Lamb is een unieke persoonlijkheid. Ik blijft mij verbazen over de hoogstaande kwaliteit van The Devil Dancing.

David Lamb wil met zijn Brown Bird touren in Europa wat zou moeten resulteren in een show op 2 februari 2010 in Paradiso in Amsterdam, samen met The Low Anthem. Hiervoor is geld nodig. Binnenkort is meer over de geldinzamelingsaktie te vinden op de myspace pagina van de band. Als je via gelddonatie helpt de band naar Europa te laten komen voor de tournee krijg je als dank een cd met onbekend Brown Bird nummers cadeau.





Jim Dyar Band - Magical Land



De muzikale ingrediënten die terug te vinden zijn in de muziek van de Jim Dyar Band zijn americana, bluegrass en countryrock.Een band uit Californië die onlosmakelijk is verbonden met Merle Haggard's Band The Strangers. De huidige line-up heeft hun sporen ruimschoots verdiend in de diverse muziekstijlen en zijn dan ook van alle markten thuis. Dat laten ze op de debuutcd "Magical Land" goed horen. Tijdens de beluistering is het een feest van herkenning met invloeden te over van Merle Haggard tot The Byrds. Een cd die in de studio zorgvuldig is gearrangeerd met een eigen karakter.


Met de drie liedjes Ridgeview, Ain't No Time en het titelnummer zijn deze prettige en vrolijke countrystarters afkomstig van een debuut, die garant staat voor vele afwisselingen. Naast de countryrock en stevig snoerende gitaren staat in nummers als What Am I Gonna Do en Gone zangeres Torri Pratt in de schijnwerpers. Zij deelt een ieder een gevoelige tik uit met haar doordringende en vertederende stem. Jim Dyar band produceert een lekker wisselend countrygeluid. Orgel, viool, scherpe gitaarsolo's, zangeres Pratt met een uiterst soulfull bereik en bandleider Jim Dyar die beschikt over een helder kleurende stem. Hey, Are You OK? vragen Jim en Torri zich af in het afsluitende Walkin On A Ledge. Met ons gaat het zeker goed. "Magical Land" is genoeglijk om te horen en het beluisteren meer dan waard. Je gaat zeker vele plezierige countryuren beleven met deze schijf.

http://www.jimdyarband.com/
www.myspace.com/jimdyarmusic
www.cdbaby.com/cd/dyarjim